donderdag, maart 31, 2016

kasteelparty en mooie muziek


De grachten en vijvers rond kasteel 'De Essenburgh' in Hierden staan in directe verbinding met de Hierdense beek, die een eindje verderop stroomafwaarts in het Veluwemeer uitmond. Prachtig gebiedje daar, dat vond ene Johan Coolwagen kennelijk ook toen hij het kasteeltje daar in 1652 liet bouwen. En waarschijnlijk ook de Norbertijnen van de Abdij van Berne uit Heeswijk-Dinther, die het kasteel na een groot aantal eerdere eigendomswisselingen en verbouwingen in 1950 kochten, om er uiteindelijk in 1969 een vormingscentrum te beginnen.

Gedachtespinsels waarmee J en ik ons gisteren tijdens een wandelingetje in de regen op landgoed 'De Essenburgh' plotseling even mee bezig hielden. We hebben kasteel 'De Essenburgh' in het verleden vrij goed leren kennen, met name J heeft daar heel wat voetstappen liggen. We denken overwegend met plezier terug aan die tijd. Bijvoorbeeld aan die keer toen we in de prachtig gewelfde kelder van het kasteel, een feestje hebben georganiseerd voor onze familie, vrienden en kennissen.

Voor de muzikale bijdrage aan de avond hebben we toen de band 'Alderliefste' uit Amsterdam weten te strikken, destijds bestaande uit Gerard Jan Alderliefste (gitaar, piano, zang), Luc de Bruin (drums, zang) en Arnd Broeke (basgitaar, zang). Prachtig, tot ieders genoegen en plezier, speelden ze daar onder de gewelven tot in de kleine uurtjes de sterren van de hemel. De landelijk bekende band werd in 2005 tweede op het Concours de la Chanson van de Alliance Française, waardoor er, zoals onderstaand filmpje laat zien, even een mooi samenwerkingsprojectje ontstond met Liesbeth List (1941) en Ramses Shaffy (1933-2009).



Een prachtige avond was het. We zijn, samen met veel van onze gasten, in het kasteel blijven slapen. De andere morgen hebben we daar met z'n allen nog ontbeten en gezellig een poosje zitten napraten. Een gedenkwaardig feestje, lang geleden alweer, maar we moesten er gisteren even met veel genoegen aan terug denken.

dinsdag, maart 29, 2016

over Eierlandse kweldergrond


In een ver verleden hebben we een eens met een aantal studenten van de Academie van Bouwkunst in Amsterdam een z.g. werkweekend georganiseerd in 'de Heerlijkheid' op Texel, een van oorsprong oude stolpboerderij in de Eierlandsepolder, vlak achter de duinen. We hebben destijds, naar onze begrippen verstandig discussiërend over architectuur en landschapskunde, met af en toe een blowtje of een slokje, bijna het hele weekend binnen gezeten. Een wandelingetje door de vlakbij gelegen Slufter was onze enige fysieke inspanning. Maar het was voor mij wel de aanzet tot de vele bezoekjes aan dit gebied die zouden volgen, met 'de Heerlijkheid' vaak als uitvalsbasis!

Op Texel kan je een hoop kanten op, een veelzijdig eiland, strand, zee, wadden, polder, duinen, bos, leuke plaatsjes alles is aanwezig. Maar de Slufter, één van de meest unieke kweldergebieden in ons landje, spant wat mij betreft de kroon. Volgens Bartjens is de Slufter het enige landgebied in Nederland, waar de zee ongehinderd kan binnenstromen. Het stelsel van kreken dat daardoor is ontstaan, trekt in het dynamische landschap haar sporen door een zee van zoutwater-minnende planten als o.m. Engels gras, kweldergras, lamsoor, zeeaster en zeekraal. Ondanks, of mogelijk beter dankzij de dynamiek van het gebied, een heerlijk rustgevend oord. Tijdens een wandeling door de Slufter hoor je behalve vogels alleen het gemurmel van de vele kreken en het geruis van de zee.

Toen we in latere jaren vaak met de zeilboot in de haven van Oudeschild lagen, was dat uiteraard onze uitvalsbasis voor een tochtje naar de Slufter. Moesten we wel eerst een eindje voor fietsen, maar ook dat was prachtig! Maar voorlopig ligt voor een wandeling in de Slufter wat mij betreft een weekendje 'de Heerlijkheid' weer in het verschiet.

maandag, maart 28, 2016

verborgen mobiliteitsperikelen


Af en toe zie je ze nog in het hedendaagse verkeersbeeld, motortjes en autootjes uit een andere tijd, collectors item's van 40 à 50 jaar oud. Gevoelsmatig horen ze er door de verschijningsvorm en de afmeting eigenlijk niet meer in thuis. Neem bijvoorbeeld zo'n lelijke eend, prachtig maar het oogt behoorlijk fragiel in het huidige verkeer. Zelfs de kleinste auto's van deze tijd, zoals bijvoorbeeld de Fiat 500, zien er al robuuster en veiliger uit. Ik moet er niet aan denken om nu, evenals vroeger in een 'deux chevaux' met een 'queu de paris' voor extra bagage en drie jonge kinderen op de achterbank, nog helemaal naar de Provence of Cornwall te rijden. Achteraf bekeken waren we destijds natuurlijk al kwetsbaar in het verkeer, nu zouden we echter kwetsbaar in het kwadraat zijn.

In de jaren vijftig, toen mijn vader nog op een Eysink rondreed, kenden we nog weinig mobiliteitsperikelen. Behalve dan, dat in mijn beleving de motor het weleens liet afweten tijdens een tochtje. Vette bougie was zijn eerste conclusie, en vaak was dat inderdaad zo. Geroutineerd werd de bougie dan ontvet, waarna we ons toertochtje vervolgden. Maar er was ook wel eens malheur dat ter plekke niet te verhelpen viel, dan draaide het steevast op lopen uit. Toen me dat een paar keer was overkomen had ik niet veel zin meer in tochtjes achterop de Eysink van mijn vader. Na de Eysink kwam een JAWA, een BSA en een BMW, allemaal verre van nieuw, dus er was altijd wel wat aan de hand met die motoren. Hoe vaak ik niet een gefragmenteerde motor op de stoep heb zien liggen weet ik niet, maar vaak. Op een laken lagen dan alle boutjes, moertjes, ringetjes, veertjes en weet ik allemaal niet wat, overzichtelijk ter inspectie of reparatie uitgestald. Geen groter plezier viel in mijn vaders ogen te lezen, als de motor na her-montage van al die attributen weer wilde starten!

Na de motorperiode kwam de overkapte driewiel-motor in beeld. Lekker toeren zonder nat te worden, eerst in een oude Heinkel, later eindelijk in iets nieuws t.w. een Reliant. Deze periode viel zo'n beetje samen met de mobiliteitsexplosie die we in het Nederland van de vroege jaren zestig beleefden. Het begrip file deed zijn entree, over mobiliteitsperikelen gesproken! Vooral het toenemende recreatieve verkeer zorgde voor hoge pieken in de verkeersdrukte. Tijdens Pasen, Hemelvaart, Pinksteren en warme zomerweekeinden ontstonden er lange files. Een verschijnsel dat door het aanleggen van nieuwe wegen aanvankelijk leek te verdwijnen. Maar toen de wegenbouwers in de loop van de jaren zeventig de mobiliteitsgroei niet meer konden bijbenen, was de file uiteindelijk niet meer weg te denken. En werd ze evenals bewegwijzering en route-informatie, tot op de dag van heden een integraal onderdeel van ons verkeerssysteem. Geen verborgen maar geïntegreerde mobiliteitsperikelen noem ik het maar.

zaterdag, maart 26, 2016

Gainsborough & Goede Vrijdag


Bij ons vorig bezoekje aan Rijksmuseum Twenthe in Enschede (zie in blogarchief stukje 'Turner's aarde & lucht in verf' van 5/12'15) werden we al middels een z.g. kortingsvoucher op de komende expositie 'Gainsborough in his own words' geattendeerd. Kennelijk een succesvolle manier om mensen over de streep te trekken, want we kregen er nu weer één, maar dan voor de toekomstige tentoonstelling 'Beauty Rules. Gerard de Lairesse en de maakbare schoonheid'. Leuk, echter gisteren, op Goede Vrijdag, hebben we eerst de creaties van Thomas Gainsborough (1727-1788), één van de grootste kunstenaars die Engeland gekend heeft, maar eens goed bekeken.

De vrijgevochten Thomas Gainsborough had lak aan artistieke conventies. En dat is te zien in zijn schilderijen, affectueus schildert hij vrij en los zowel landschappen als portretten. Hij is een man van de moderne tijd, een modern genie. Hij durft vrijuit gevoelig te zijn, hij durft te fantaseren en intiem te worden. Hij heeft met zijn schilderkunst de basis gelegd voor een nieuwe stroming binnen de Engelse schilderkunst. Zonder Gainsborough zou het z.g. romantisch realisme van latere schilders als bijvoorbeeld John Constable (1776-1837) en William Turner (1775-1851) haast onvoorstelbaar zijn.

We kwamen voor Gainsborough, maar toen we de ruim dertig schilderijen en evenveel aquarellen van hem gezien hadden, alsmede een verzameling brieven, boeken, muziekinstrumenten en kostuums uit zijn tijd, hebben we daar toch ook nog even 'De Nieuwe Smaak' bekeken. Een boeiende expositie van hoogtepunten uit de verzameling kunstwerken van de puissant rijke Nederlandse zakenman en kunstliefhebber Geert Steinmeijer. Van middeleeuwse kruisafnames, Amerikaanse abstractie en Franse salonkunst, van Jacob Jordaens tot Damien Hirst en van Daubigny tot Jitish Kallat!

'Rijksmuseum Twenthe', oorspronkelijk naar een ontwerp van de architecten K. Muller en A.K. Beudt gebouwd in 1929. Medio jaren '90 verbouwd en uitgebreid naar een ontwerp van Ben van Berkel (UN Studio). Een mooi en interessant museum, de moeite van een eindje rijden meer dan waard!

woensdag, maart 23, 2016

vrijheid en open samenleving


Jaren geleden vloog ik met Joke en Christa, tijdens een prachtige zonsondergang, in een gehuurde Piper Warrior II met ex-schoonzoon Brend aan de knuppel, over de Hudson en langs het Vrijheidsbeeld op Liberty Island in New York. Wat een sfeer! Het in 1875 door o.a. Frédéric Auguste Bartholdi en Gustave Eiffel ontworpen beeld, een cadeau van Frankrijk aan Amerika voor de 100ste verjaardag van de Amerikaanse onafhankelijkheid, dat symbool staat voor de vrijheid. Eén van de kernwaarden van de Verenigde Staten, maar het geldt eveneens als teken van verwelkoming van terugkerende Amerikanen, gasten en immigranten, dus iedereen! Vrijheid is niet alleen een kernwaarde van de Verenigde Staten maar ook van Europa, zeker van de west Europese landen. Een vrijheid die door terrorisme wordt aangevochten en zwaar onder druk wordt gezet hebben we gisteren weer gemerkt.

Mijn verbijstering maakte gisteren na de gewelddadige aanslagen van waarschijnlijk islamitische kant in Brussel al snel plaats voor een aanval van woede. Hels was ik, de straffen die ik in mijn ongenuanceerde gemoedsstemming voor de daders verzon waren niet gering, en wil ik vanwege het barbaarse gehalte liever niet aan dit epistel toevertrouwen. Ik betrap me er soms op, dat ik de laatste tijd anders tegen medelanders aan ga kijken die op grond van hun uiterlijk vermoedelijk moslim zijn. Na de aanslagen in Parijs, schreef ik op 14 november 2015 in mijn stukje 'over liberté, égalité, fraternité' dat de daders, alle vreedzame moslims ten spijt, gewoon een stel criminelen zijn die de islam a.h.w. hebben gekaapt voor hun verachtelijk en misdadig wereldbeeld. En dat vind ik nog steeds, het gaat dus absoluut niet aan, alle moslims over één kam te scheren! Dat ik tot mijn spijt de moslims geleidelijk aan minder genuanceerd bezie, is wellicht het resultaat van de aanslagen van de laatste tijd. Angst en tweespalt zaaien, een ontwikkeling die de daders kennelijk voor ogen staat, maar waar ik persoonlijk niet voor wil kiezen! Ik kies voor een vrije open samenleving, waarin ik me niet wil laten leiden door angsten. Nelson Mandela (1918-2013) zei ooit eens: 'May your choices reflect your hopes, not your fears' en zo is het, al zal ik er hard aan moeten werken!

PVV-leider Wilders, de malloot, vindt dat Nederland onmiddellijk zijn grenzen moet sluiten. Hij denkt dat wat er nu in Brussel is gebeurd, ook hier kan gebeuren. Dat het ook hier kan gebeuren lijkt me evident, maar grenzen sluiten helpt niet. Trouwens al zou je dat willen, hoe zou je dat dan moeten doen? Zijn opmerking over preventief opsluiten van teruggekeerde Syriëgangers vind ik helemaal de limit. Als dat niet gebeurt, is Rutte volgens Wilders bij een eventuele aanslag 'moreel medeverantwoordelijk' want we hadden het immers kunnen verwachten. Wat is het toch een demagoog! In dit verband kon ik me goed vinden in de voetnoot 'Open samenleving' van Arnon Grunberg, die ik vanmorgen in de Volkskrant las t.w.

Terrorisme is zelden een reële bedreiging voor staten. Op het hoogtepunt van de Tweede Intifada, toen er elke week een of meer aanslagen in Israël plaatsvonden, merkte een Israëlische minister terecht op dat er nog altijd meer verkeersdoden in Israël vielen dan dat er mensen stierven aan terrorisme. Wie de destructieve werking van terrorisme wil begrijpen moet zich richten op de reactie van de staat. De staat die open en betrekkelijk vrije samenlevingen in naam van terrorismebestrijding geleidelijk doet veranderen in politiestaten geeft de terroristen hun zin. Kort na de aanslagen in Brussel liet Wilders via Twitter weten dat de grenzen moesten worden gesloten en hij sprak over ‘preventieve opsluiting’. Zoals Hamas en extreem-rechts in Israël elkaars stiekeme bondgenoten zijn, van de PVV tot de FN (Franse Front National), elkaars geheime kameraden. Uiteindelijk streven zij hetzelfde na: het einde van vrije en open samenlevingen.

maandag, maart 21, 2016

muziek in het nieuwe clubhuis


Er heerste j.l. zaterdagnamiddag aan jachthaven 'de Knar' een vrolijke drukte in het nieuwe clubhuis van w.v. Flevo in Harderwijk. Met de muzikale bijdragen van de Ermelose singer/songwriter Jos Jongeling zat de stemming er lekker in. De door o.m. Bruce Springsteen en The Seeger Sessions Band geïnspireerde zanger van 'good old boys folkband 'Daddy-O' uit Ermelo, zette zijn beste muzikale beentje voor met een sfeervolle mix van blues, country, folk en tex-mexvertolkingen. Leuk, toen het rond halfnegen was afgelopen, hebben we onze min of meer uitgelaten stemming bij een stel vrienden thuis, met een hapje en een drankje er moeiteloos tot in de late uurtjes kunnen inhouden!

donderdag, maart 17, 2016

hou van ruigten en struwelen


Het is weer zover, ik moet de tuin weer enigszins fatsoeneren, of ik het nou leuk vindt of niet. Toen ik mijn buurman een keer, na een opmerking over ons welig tierende Aegopodium podagraria ofwel zevenblad, uit de doeken deed dat we een wilde tuin ambieerden, was zijn licht ironische reactie dat ons dat dan al aardig goed gelukt was. Vegetatiekunde heb ik niet gestudeerd, maar de verschillende groeivormen in onze wilde tuin, doen me het meest aan ruigten en struwelen denken. Een combinatie van dicht struikgewas en hoge kruidachtige planten, die zijn ontstaan doordat we het organisch materiaal op de meeste plekken al jaren laten liggen. En verder barst het van foeragerende vogels, die in onze tuin ook nog eens een ideale broed- en schuilplek vinden. Prachtig, het liefst deed ik er helemaal niets aan. Maar als gezegd, hoe minimaal dan ook, af en toe moet er in die kleine tuintjes toch worden ingegrepen. De kiem van mijn liefde voor wilde tuinen is in de herfst van 1972 geplant, tijdens mijn studie aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam.

In de bomvolle z.g. twintigbalkenzaal moest destijds een aantal studenten genoegen nemen met een staanplaats. Veel belangstelling dus voor 'mens en natuur', een college van de destijds 48 jarige charismatische, maar omstreden kunstenaar, schrijver, filosoof, professor honoris causa, ecotect, leraar tekenen en eigenwijs mannetje Louis G. Le Roy.
Aanvankelijk was ik vrij sceptisch over de anarchistische mens en natuurideeën van Le Roy, maar daar was na afloop van zijn college weinig van over. Met behulp van prachtige 6 x 6 dia's van allerlei z.g. onkruiden, had Le Roy me van zijn wilde theorieën weten te overtuigen. Hij had me laten zien, hoe de saaie monocultuur van zijn weiland nabij Oranjewoud sinds de eind jaren zestig veranderde in een boeiende ecologische complexiteit. Zijn credo was, laat groeien wat groeit en beperk het menselijk ingrijpen, de natuur ordent immers zichzelf! Alleen in het begin mag de mens begeleiden, differentiatie bieden, hoog, laag, droog, nat, licht, donker, hard, zacht enz. maar daarna dient hij zich terug te trekken. Dus niet spitten, niet sproeien, niet snoeien en laat liggen wat valt t.b.v. het voedingsproces van de bodem. Zijn theorie was ook nog eens koren op mijn molentje, want tuinieren was bepaald niet mijn grootste hobby. Het resultaat van Le Roy's credo was een rigoureuze ingreep in ons tuintje, weg met die aangelegde bloemperkjes en gazonnetjes! We leven nu bijna 44 jaar later en wonen daar allang niet meer, maar soms rij ik er nog wel eens langs. De latere bewoners hebben echter niets veranderd aan de tuin. Het is nog immer een wilde tuin die zich blijft ontwikkelen. Mooi, resultaat van een proces van ecologische complexiteit zal ik maar zeggen, waar we destijds enkel de aanzet toe hebben gegeven.

En dat gaat ook op voor Le Roy's weiland van eind jaren zestig, en voor de in 1983 gestarte bouw van de z.g. Ecokathedraal in Mildam. Dat laatste project zal zich, volgens de in 2012 op bijna 88 jarige leeftijd overleden Louis G. Le Roy, in ruimte en tijd ontwikkelen tot een hoogcomplex organisch netwerk. Het ecokathedraalconcept nodigt ook uit tot participatie, een principiële stellingname van Le Roy. Hij wil de bevolking de zeggenschap over de eigen omgeving teruggeven. Een stellingname die destijds vaak niet enkel alleen bij opdrachtgevers tot enige commotie leidde!

dinsdag, maart 15, 2016

High Tea on sunday afternoon


De lente komt eraan! Dat was afgelopen zondagmiddag, ondanks dat het nog aardig fris was, goed te merken. Het terras van 'Brasserie Staverden' in Staverden, het kleinste stadje van de Benelux, zat mudvol levensgenieters. Heerlijk sfeertje, er hing een verwachtingsvolle stemming die in al onze vezels voelbaar was. Met een brede grijns op het gezicht, liep de bediening zich het vuur uit de sloffen, om iedereen te voorzien van drankjes en andere lekkere zaken. We wilden er eigenlijk wel bij gaan zitten, maar behalve dat er nog amper plaats was, werd de reeds besproken 'High Tea', een cadeautje van Simone en Wilco, niet op het terras, maar in de serre geserveerd. Ook mooi, af en toe een beetje warm achter dat glas, maar dan werd er een deur opengezet en was het weer goed te doen.

De surprise voor 2, die Joke voor haar verjaardag gekregen had, was verrassend. De luxe High Tea met zes verschillende theesoorten en allerlei zoete en hartige broodjes, vleeswaren, kaas, gerookte zalm, quiche, een stoofpotje van wild in kleine korst-bakjes en diverse zoetigheden als cheesecake, tiramisu, walnoot-honingtaart, arretjescake, scones, muffins en macarons, was meer een copieuze brunch. Van de zoetigheden hebben we amper de helft genomen, evengoed zaten we na al die culinaire verrassingen behoorlijk klem in de broek.

Daar moest natuurlijk wel wat aan gedaan worden, weg met de overtollige calorieën! Daartoe leek de ons zeer bekende, maar nog immer prachtige wandeling over 'Landgoed Staverden' de beste optie. Echter voor we zover kwamen, liepen we op het terras eerst nog mijn broer Addy met z'n hele gezin tegen het lijf. Die hadden net een wandeling achter de rug, en zaten daar heerlijk in het zonnetje juist calorieën bij te tanken. Leuk, maar na een kort en gezellig intermezzootje, hebben we toch maar aan onze stutten getrokken.

Als gezegd, het wandelingetje van ca. 3 km is ons zeer bekend. Maar in elk jaargetij is het weer anders. Deze keer zagen we de langzaam zwellende botten op de takken hier en daar open gebarsten tot jonge kleine blaadjes. En hoorden we alom veel vogelsoorten zich luid en duidelijk uiten in een euforisch gezang. Prachtig, allemaal tekens van nieuw leven! Ongeveer drie kwartier later zat ons rondje erop, en hebben we de auto maar weer opgezocht. Einde van een mooie zondagmiddag in het kleinste en merkwaardigste stadje van de Benelux!

zondag, maart 13, 2016

vroege voorjaarsmijmeringen


Met weemoed en verlangen denk ik tijdens deze mooie voorjaarsdagen soms terug aan de tijd dat ik nog een zeilboot had. Aan de mooie zee-zeiltochten naar o.m. Engeland, Frankrijk en Noorwegen, maar ook en vooral aan de vele zeiltochtjes over het IJsselmeer en de Waddenzee. Aan de plaatsjes waar ik nu, zonder boot, nog amper kom. Plaatsjes die ik in ruim 30 jaar varen heb leren kennen als de spreekwoordelijke broekzak. Marken, Monnickendam, Volendam, Edam, Hoorn, Enkhuizen, Medemblik, Den Oever, Makkum, Workum, Hindeloopen, Stavoren, Lemmer, Urk en meer. Stuk voor stuk plaatsjes met een gedenkwaardige geschiedenis uit het Zuiderzeeverleden.

De 'Hylper Haven' in Hindeloopen was één van de favoriete bestemmingen. Waarschijnlijk mede door het bijzondere feit dat we 33 jaar geleden van daaruit voor de eerste keer het IJsselmeer zijn op gezeild, nota bene met z'n vieren in een Schakeltje. (Zie in blogarchief mijn stukje 'Zeilen' van 23 juli 2010). We kwamen er graag, behalve dat het voor ons vaak de uitvalsbasis was voor de Waddenzee, bleven we er sowieso ook regelmatig een aantal dagen liggen. Beetje in en om de boot rommelen, fietsen, lezen en kletsen met jan en alleman.

De pittoreske havenkom van het stadje met het eeuwenoude sluishuis en de leugenbank. De talrijke kleine straatjes, bruggetjes en het prachtige uitzicht over het IJsselmeer met z'n fraaie zonsondergangen. De vele restaurantjes en winkeltjes met Hindelooper kunst en prullaria. En niet te vergeten de gastvrijheid van de havenmeester, en de feestelijk gekleurde torso's en beestenboel van Nancy Muns in en om het sluishuis, of haar fraaie en strak gestileerde schilderijen, zoals o.a. 'Haven in de winter te Hindeloopen'.

Tja, vroege voorjaarsmijmeringen. Maar gelukkig is in deze dagen weemoed en verlangen niet mijn enige gemoedsstemming, dat zou zielig zijn. Nee, ik teer bovenal nog immer op het plezier wat ik in al die jaren aan zeilgenot beleefde. En dat zal denk ik zo blijven ook.

donderdag, maart 10, 2016

Female Power and Queensize


Alles golft, glooit en stroomt schreef ik op 25 november 2015 in mijn stukje 'wellustige aandachtstrekster'. Ik had het toen over 'Station Arnhem Centraal', een ontwerp van architect Ben van Berkel van UNStudio. Alvorens op internationale vrouwendag, afgelopen dinsdag 8 maart 'Museum Arnhem' in te duiken om de expositie 'Queensize' te bekijken, hebben we genoemde kwaliteiten van van Berkel's creatie eerst weer even gecheckt. En inderdaad alles golft, glooit en stroomt nog immer in dit prachtige stationnetje!

Dat kon ik van de expositie 'Queensize' ('Queensize' verwijst naar een bedmaat, het bed is een essentieel onderdeel van het leven en staat symbool voor de cyclus geboorte, leven en dood.) niet bepaald zeggen. Ja golven en glooiingen genoeg, maar stromen deed het niet erg in mijn optiek. Ik las dat de vaak confronterende kunstwerken moesten laten zien hoe vrouwen naar zichzelf kijken. Ze vertegenwoordigden een mensenleven, of liever gezegd een vrouwenleven, omdat het allemaal werken van vrouwelijke kunstenaars betrof. Een vrouwenleven, bestaande uit drie levensfasen t.w. worden, zijn en sterven. Over thema’s geboorte en verval, dood, dromen en nachtmerries tot en met ervaringen die onze identiteit vormgeven. Aan de hele expositie was weinig plezier te beleven, ik vond het een tobberige tentoonstelling!

Nee dan was 'Female Power', een tentoonstelling die ik hier een paar jaar geleden heb gezien (Zie mijn stukje 'Female Power' van 10 maart 2013) van een heel andere orde. Die vrouwen keken heel wat positiever naar zichzelf, dat was een tentoonstelling van vrouwelijke kracht en macht. Van keramische borstvormen en een installatie met gevlochten harnassen tot foto’s van legendarische Japanse vissersvrouwen. Een boodschap van zelfontplooiing, keuzemogelijkheden en weerstand tegen discriminerende gebruiken van andere culturen, kortom powerfeminisme. (Zie wat dit betreft ook mijn stukje 'FémininMasculin' van 24 december 2008).

Maar het uitzicht vanuit de Rijnkamer op de Nederrijn, was ondanks het deprimerende Galgenveld, een kunstwerk van de Duitse kunstenares Paloma Varga Weisz (1966), nog immer even prachtig!

woensdag, maart 09, 2016

over een eiland op het droge


Voorjaarskriebels, mooie tijd om weer eens een wandelingetje te maken op een eiland middenin de Noordoostpolder. Want daar ligt Schokland al sinds 1942 op het droge. Een uniek fenomeen, zo uniek kennelijk dat UNESCO het droog gevallen eiland zelfs op de Werelderfgoedlijst heeft gezet. Op dezelfde lijst waarin bijvoorbeeld ook de piramiden van Egypte en de Chinese muur zijn opgenomen!

Op een bronzen plaquette uit 2009 waarop een silhouet van Middelbuurt in bas-reliëf is afgebeeld, las ik de volgende publicatie:
De Burgemeester der gemeente Schokland maakt bij deze aan de opgezetenen der gemeente bekend dat op heden den 4 Maart 1859 bij hem is ontvangen eene missive van Z.E. der Commissaris des Konings in de Provincie Overijssel inhoudende dat door de Minister van Binnenlandse zaken de ontvolking van het eiland Schokland is goedgekeurd met bepaling dat binnen vier maanden na de dagtekening dezes alle eigendommen moeten zijn afgebroken en weggevoerd. Schokland, den 1 Maart 1859. De Burgemeester van Schokland, G.J. Gillot.

De lange en bewogen geschiedenis van Schokland, het eiland waarop de bewoners vanaf de middeleeuwen tot 1859 een gevecht hebben moeten leveren tegen de armoe en het water van de voormalige Zuiderzee, is vrij bekend. Toch stond ik deze keer even wat langer stil bij de boodschap van burgemeester Gillot. De impact, die deze onheilstijding op de Schokkers moet hebben gehad, laat zich raden. Ondanks de armoede en de gevaren van het water, moet het drama van de ontvolking voor veel eilandbewoners een tragedie zijn geweest. Een opgelegde vlucht, weg van hun geliefde eiland en de hechte banden die ze met elkaar hadden. Ze moesten elders in het land opnieuw beginnen en daar hun hoofden maar boven water zien te houden. Moeilijk, een vluchtelingenvraagstuk dat van alle tijden blijkt te zijn!

maandag, maart 07, 2016

is de EU irrelevant of relevant


Ruim een eeuw, om precies te zijn van 1816 tot 1919, lag Neutraal Moresnet, een dwergstaatje met een oppervlak van 3,44 km2, ten zuiden van Vaals. Om een beetje een idee te krijgen van de grootte, Tiengemeten, een eilandje in het Haringvliet is met een oppervlakte van 10,5 km2 ruim drie keer zo groot. Echter een vorstendommetje als Monaco is met een oppervlak van slechts 2,02 km2 weer kleiner. Het dwergstaatje is ontstaan na de val van Napoleon. Door de aanwezigheid van een zinkmijn op een gebiedje onder Vaals, konden de overwinnaars uit De Nederlanden en Pruisen het destijds maar niet eens worden over de aanspraak op dat gebiedje. Ze kwamen echter tot een compromis t.w. een driehoek binnen de grenzen van de gemeente Moresnet. De Nederlanden kregen het westelijk deel, (na 1830 België) het oosten was voor Pruisen, en wat er tussen lag, afgebakend door rechte lijnen, werd Neutraal Moresnet, met de zo begeerde zinkmijn. Er ontstond in de eeuw van haar bestaan een vorm van 'nation building' plannen voor een eigen munt en postzegel, toch maar inkomstenbelasting innen en een nieuwe taal, het Esperanto. Aldus onderzoeksjournalist en schrijver Philip Dröge in zijn pas verschenen boek 'Moresnet-Opkomst en ondergang van een vergeten buurlandje'. Zo werkt het kennelijk, geef mensen grenzen en ze worden een land.

Maar het dwergstaatje groeide volgens de Belgische cultuurhistoricus, archeoloog en schrijver David Van Reybrouck (1971) ook uit tot een eldorado voor desperado's. Een vrijstaat voor lieden waar iets mee was of die iets op hun kerfstok hadden. Gasten die bijvoorbeeld de dienstplicht wilden ontvluchten, belastingontduikers, smokkelaars, ongewenst zwangeren, allerhande gelukzoekers en dames van lichte zeden. Het alcoholgebruik was fors maar men had er weinig te vrezen, er kon veel. Het was dus een staatje met twee gezichten. De pastoor had er veel te zeggen. De mijn bedreef er sociaal paternalisme, en regelde alles. Een redelijk loon, huisvesting, onderwijs, sociale voorzieningen en het verenigingsleven. Terwijl vlakbij in Luik veel stakingen waren, heeft het socialisme er nooit voet aan de grond gekregen. Het was een marginale samenleving in de regio, en alles bij elkaar genomen knap dociel. Maar na de 1e wereldoorlog was het over en uit met de pret in Neutraal Moresnet. Het Göhlthal museumpje in Kelmis is wat er nog over is van dit unieke detail uit de Europese geschiedenis. Van de 60 grenspalen die ooit de grens aangaven, staan er volgens Bartjens nog ruim 50 op hun plek. Ze markeren na bijna een eeuw nog steeds de vroegere grens, alsof het landje nog bestaat. Een markante herinnering aan het ooit zo unieke dwergstaatje.

Na de 1e Wereldoorlog schijnt de Belgische staat in dit gebiedje behoorlijk te hebben gesold met de rechten van de mens. Met name de Duitstaligen waren de pineut. Omgaan met marginale groepen in de samenleving vond men toen evenals nu knap lastig. Volgens George Friedman (1949), een Amerikaanse politicoloog, toont de huidige vluchtelingencrisis aan dat de Europese Unie steeds minder belangrijk wordt. Binnen de EU is men nog amper bereidt om vluchtelingen op te nemen. Landen trekken zich weer terug achter hun grenzen van vóór het Schengenakkoord. Een grote groep binnen het electoraat, maar vooral ook veel hotemetoten uit het bedrijfsleven en de Europese diplomatie schijnen de mening van Friedman te delen. We worden middels de vluchtelingencrisis geconfronteerd met een toenemende irrelevantie van de EU, terwijl de EU hardstikke relevant is omdat de vluchtelingencrisis alleen kan worden opgelost als de lidstaten bij elkaar blijven! Hoe de huidige problemen binnen de EU zich zullen gaan ontwikkelen is een beetje koffiedik kijken. Het is een crisis van formaat, maar niet de eerste. Crisis en crisismanagement hebben de dynamiek van de Europese integratie door de jaren heen behoorlijk bepaald. Daarbij heeft de Europese Unie veel ervaring opgedaan in het beheersen van tegenstellingen en conflicten tussen lidstaten door een evenwichtige, op consensus gerichte belangenafweging in gemeenschappelijke structuren. Met andere woorden, er is nog hoop!

vrijdag, maart 04, 2016

retestrak klinkend trommeltje


Aan mijn nieuwe snaredrum, een Pearl Ultracast 14x5 inch, beleef ik veel plezier. Het top trommeltje dat ik o.m. bij 'Hodgepodge' bespeel, heeft een ketel van 3 mm dik naadloos gegoten aluminium. Het trommeltje heeft min of meer het karakter van zowel metaal als hout. Dat wil zeggen dat het trommeltje door genoemde materiaalkeuze het heldere geluid van metaal weet te combineren met het warme geluid van hout. Maar uiteraard wordt de klankkleur ook voor een belangrijk deel door de stemming van het trommeltje bepaald!



De snaredrum is een instrument dat bestaat uit een houten of metalen cilindervormig element, de ketel genaamd, dat aan de boven- en onderkant bespannen is met een vel kunststof (vroeger kalfsvel). Het bovenste vel is doorgaans strakker gespannen dan het onderste. De trom is voorzien van metalen snaren die onder het onderste vel zijn gespannen om extra scherpte aan het geluid te geven. Ze trillen mee als op het bovenste vel geslagen wordt. De snaren moeten de juiste spanning hebben voor een optimale klank, maar kunnen middels een hefboom ook worden uitgeschakeld wanneer de trom niet wordt gebruikt. De snaren kunnen anders door de klank van andere instrumenten in trilling worden gebracht, wat een duidelijk hoorbaar geratel veroorzaakt. De snaredrum wordt met houten stokken of met brushes bespeeld en is een veel gebruikt ritme-instrument.

In 1954 trommelde ik als 11 jarig jongetje reeds mee bij fanfare 'De Eendracht' in Wezep. De trommels waren toen nog bespannen met kalfsvellen. Het gebeurde destijds nog weleens dat je daar doorheen sloeg. Als ze bijvoorbeeld tijdens een mars nat werden kon dat maar zo gebeuren. Thuis moest er dan weer een nieuw kalfsvelletje worden opgespannen. Dat gebeurde nat, en om een houten ring die precies om de ketel paste. Vervolgens werd de spanring erop gezet, waarna de boel kon opdrogen. Tijdens het droogproces kwam het kalfsvelletje steeds strakker te staan, waarna de trommel uiteindelijk middels het aandraaien van de spanring kon worden gestemd. Alles bij elkaar een hele klus die ik met behulp van mijn vader voor elkaar kreeg.
Maar die tijd ligt ver achter ons. Tegenwoordig zijn alle trommels met kunststofvellen bespannen. En al regent het pijpenstelen, mits je geen scherp voorwerp gebruikt, sla je er met geen mogelijkheid meer doorheen. Dus weer of geen weer, de slagwerker kan zich zo ten allen tijde kwijten aan zijn of haar taak. En de belangrijkste taak van een slagwerker is 'de maat houden'! D.w.z. het juiste tempo inzetten en er voor zorgen dat de band niet versnelt of vertraagt. De slagwerker moet de structuur van het te spelen nummer goed kennen en beheersen, waarbij het van belang is, dat hij of zij de structuur duidelijk kan doorgeven naar de andere leden van de band!

woensdag, maart 02, 2016

boeiende verschijningsvormen


Directe aanleiding om naar het noorden te gaan, was voor ons de tentoonstelling 'DAVID BOWIE is' A face in the crowd, in het Groninger Museum. Maar als zo vaak, van het één komt het ander. Er is daar meer te zien, laten we er een dagje aan vast knopen. Onder de rook van Groningen hadden we vervolgens al snel voor een appel en een ei een prima hotel gevonden. En zo kon het gebeuren dat we onlangs in de contreien rondom Groningen en Assen een paar dagen hebben rond gedwaald.

Zonder David Bowie tekort te willen doen, bestaat de menigte uiteraard uit vele boeiende gezichten. Analoog aan deze stelling bestaat de kunst uit vele boeiende verschijningsvormen. En dat hebben we onlangs weer ervaren op diverse locaties in de noordelijke regionen van het land. De spits werd afgebeten met een bezoek aan de expositie 'De Ordening - Lichamen en ondingen' van Mario ter Braak (Hengelo, 1960) in museum De Buitenplaats te Eelde. Een tentoonstelling die een mooi overzicht gaf van het totale oeuvre van Mario ter Braak. Mario ter Braak is een bekende schilder uit het noorden die aan academie Minerva studeerde. Zijn expositie in Eelde wordt gedomineerd door opvallend veel stillevens. Groenten, vruchten, vissen enz. tijd- en trendloze voorwerpen. De schilderijen van Mario ter Braak ontwikkelen zich vanuit het principe van de symmetrie zoals bijvoorbeeld een vrucht groeit. Een tweede principe dat ter Braak in zijn schilderijen hanteert, is dat door invloed van omgevingsfactoren geen vrucht gelijk is aan de andere. Maar middels een extra dimensie als bijvoorbeeld het rationele vierkant, ordent hij zijn composities zodanig dat er evengoed een vorm van symmetrie ontstaat.

Alvorens vanaf museum De Buitenplaats in Eelde door te rijden naar het Groninger Museum, hebben we ons eerst ingecheckt in Hotel-Restaurant Langewold aan de Ceintuurbaan Noord in Roden. Een heel redelijk hotel in het noordelijkste puntje van Drenthe, dicht bij de provinciegrens met Groningen. Een prima uitgangspunt dus als je in die contreien het één en ander van plan bent te doen.
Van de receptionist kregen we te horen dat de Qbuzz die vlak voor het hotel stopte, C.S. in Groningen als eindpunt had, dus praktisch voor de deur van het Groninger Museum. Makkelijker kon haast niet en bovendien geen gedoe met parkeren. De keus ten voordele van het openbaar vervoer hadden we dan ook snel gemaakt. Hoewel de prijs van een ticket ons een beetje tegenviel, daar hadden we ook wel een parkeergarage voor kunnen nemen. Desalniettemin hobbelden we even later ontspannen per Qbuzz vanaf halte Leeksterweg via Peize en Hoogkerk naar Groningen C.S. alwaar we een klein halfuurtje later aankwamen. Aan de overkant van de straat prijkte de naam 'David Bowie is' op de gevel van het ruim 20 jaar oude extraverte museumgebouw van Mendini ons uitnodigend tegemoet!

Er is op dit moment geen andere plek op de wereld waar je David Bowie beter kan herdenken dan het Groninger Museum, aldus het museum. Inderdaad, de belangstelling voor de tentoonstelling van David Bowie was trouwens al niet gering, maar is nu geëxplodeert. Drommen mensen met een reeds thuis online aangeschaft ticket stonden, evenals wij die ter plekke een ticket hadden gekocht, in lange rijen op hun beurt te wachten. Eenmaal binnen schuifelden we met z'n allen in slakkengang langs meer dan 300 objecten uit het archief van één van de meest baanbrekende en invloedrijke artiesten uit onze tijd. Handgeschreven songteksten, kostuums, foto's, ontwerpen van albums en andere attributen van de afgelopen 50 jaar. Prachtig allemaal, maar het was veel te druk, ik heb lang niet alles goed kunnen bekijken. Dan was de expositie van Joris Laarman (Borculo, 1979) elders in het museum een verademing. Meubels, enkele voorbeelden van het wonderbaarlijke werk van deze ontwerper/uitvinder/ kunstenaar zijn o.m. een levende lampenkap van genetisch gemodificeerde cellen met het lichtgevende gen van een vuurvliegje en een tafel geassembleerd uit 1.2 miljoen voxels.

De roman 'Knielen op een bed violen' van Jan Siebelink heb ik rond 2006 in één adem uitgelezen. Ik vond het een naargeestig boek, maar kon er desalniettemin niet van afblijven. In de roman, die in 2005 is bekroond met de AKO literatuurprijs, verwerkt Siebelink verschillende herinneringen uit zijn jeugd. Hij schijnt de roman geschreven te hebben om het godsdienstige leven van zijn sektarische vader te begrijpen, het zij zo. De hoofdpersoon in het verhaal is Hans Sievez. Opgegroeid in een sektarisch godsdienstig milieu, komt Hans na een verblijf in Den Haag weer onder de invloed daarvan. Zijn hele leven komt uiteindelijk te staan in het teken van zijn sektarische godsdienst. Zijn huwelijk, zijn kinderen, zijn bedrijf en zijn persoon gaan daaronder zwaar gebukt. In de gelijknamige film van dit sombere verhaal, hebben we gezien dat regisseur Ben Sombogaar grote emoties op afstand houdt. Daar is ook helemaal geen ruimte voor in het radicaal gelovige milieu. Hans moet zich koel en zakelijk opstellen van zijn broeders en Margje heeft berusting gevonden in de afstandelijkheid van haar man. Tjonge, dat zo'n milieu bestaan heeft, en nog bestaat in Nederland.

Aan de overkant van de Gedempte Zuiderdiep, recht tegenover bioscoop Pathé, hebben we na de film in eetcafé D'Ouwe Brandweer de inwendige mens versterkt. De reis per Qbuzz terug naar ons hotel verliep uiteraard in omgekeerde volgorde. Na het ontbijt de andere morgen, zijn we door het weidse en verstilde Drentse landschap over aardige binnenweggetjes via gehuchten als Steenbergen, Een en Westervelde naar het gevangenismuseum in Veenhuizen gereden. Een nog immer intrigerend project, ooit begonnen in 1823. Midden in het uitgestrekte en verlaten veengebied begon de 'Maatschappij van weldadigheid' daar destijds met de bouw van een gesticht voor arme gezinnen, wezen, landlopers en bedelaars. O.l.v. ene Johannes van den Bosch werd het één en ander voortvarend aangepakt. Van de arme sloebers die daarna van heinde en verre, al dan niet vrijwillig naar dit Hollands Siberië toekwamen, werd dan vervolgens verwacht dat ze er een nieuw bestaan als bijvoorbeeld boer zouden opbouwen. Maar na verloop van tijd werd het de 'Maatschappij van weldadigheid' duidelijk, dat het proces van resocialisatie in het pauperparadijs (Suzanna Jansen 1964) in menig opzicht een fiasco was.

Het gevangenismuseum met omliggende terreinen hebben we al eerder gezien (zie mijn stukje 'Veenhuizen' van 9 februari 2009) maar het blijft een bijzonder gebied. Na een poosje te hebben rondgewandeld, het was heerlijk weer, zijn we naar het Drents Museum in Assen gereden. De expositie over het leven van Harry Muskee onder de titel 'Window of my eyes', genoemd naar de grootste hit van Cuby + Blizzards, was ons doel. Een expositie over zijn jeugd, muziek, optredens, reizen, Drenthe, belangrijke gebeurtenissen en personen en hoe hij met dat alles omging. Ook nog nooit vertoonde filmopnames, geluidsfragmenten, affiches, hoesontwerpen, elpees, singeltjes en andere Muskee-memorabilia passeerden de revue. Verrassend ook was de workshop en het optreden van 'The Brinklz', een bluesband bestaande uit Harm Brinksma met zang en mondharmonica, Alfred Velthuis op bas, Hannes Langkamp op drums (heeft ook jaren bij Harry Muskee gespeeld) en Richard Vrieze op gitaar. Een prima band met een goeie chemie lijkt mij. Mooie oude juweeltjes van helden als Little Walter, Muddy Waters en Otis Rush werden op geheel eigen wijze gebracht. Het was een genoeglijk middagje!

Meeslepende blues! Bluesicoon Harry Muskee wist daar alles van. In mei 2011, ongeveer vijf maanden voor zijn overlijden hebben we in Purmerend nog een optreden van hem en zijn band meegemaakt. (Zie mijn stukje 'Blues in Purmerend' van 8 mei 2011.) En kort na zijn dood hebben we in Grolloo het C+B Museum bezocht. (Zie mijn stukje 'C + B Grolloo' van 14 oktober 2011.) Zo houden we ook de blues van Cuby & the Blizzards nog levend. Maar met de meeslepende blues van 'The Brinklz' nog in ons achterhoofd, reden we aan het eind van de middag maar weer eens huiswaarts. Eigenlijk een mooi slotaccoord vonden we, voor alle boeiende verschijningsvormen die we in een paar dagen in het noorden van de natie hebben mogen zien en beleven!