donderdag, november 27, 2014

de reuzendiamant


Vice premier Lodewijk Frans Asscher (Amsterdam 1974) ligt de laatste tijd als minister van Sociale zaken en Werkgelegenheid enigszins onder vuur. Hij schijnt met name binnen de Turks-Nederlandse gemeenschap de gebeten hond te zijn, sinds twee kamerleden uit de PvdA fractie zijn gestapt of gezet t.w. Tunahan Kuzu en Selçuk Öztürk. Beide heren zouden zich nogal kritisch hebben uitgelaten over het integratiebeleid van Asscher. Of het één en ander terecht is kan en wil ik niet beoordelen, daar hou ik me nu niet mee bezig. Daarentegen gaan m'n gedachten wel vaak terug naar enkele belevenissen in het verleden, als ik de naam Asscher, die uit een Amsterdamse familie van diamantslijpers stamt, weer hoor.

Een tijd geleden heb ik namelijk voor een Amsterdams bedrijf eens een ontwerp gemaakt voor een studioplan in het gebouw van de voormalige diamantslijperij Asscher aan de Tolstraat in Amsterdam. Uiteindelijk is het op initiatief van 'Stichting Amsterdam Photo' een cultuurhuis geworden. 'Cultuurhuis Diamantslijperij' één van de jongste grootstedelijke creatieve hotspots van Amsterdam, maar dat terzijde. Toen ik in het gebouw rondliep en het één en ander t.g.v. mijn studioplan bestudeerde, las ik van alles over de geschiedenis van het gebouw en de succesvolle Asscher diamantslijpers dynastie. Dat ze bijvoorbeeld in 1908 zelfs wereldberoemd werden, doordat de Britse koning Edward VII de grootste diamant ter wereld, afkomstig uit een diamantmijn uit Cullinan in Zuid Afrika cadeau gekregen had en deze liet splijten en slijpen door de Asschers. Ze maakten uit de 621,35 gram zware ruwe 'Cullinan' diamant o.m. de 'Great Star of Africa' (geschatte waarde 300 miljoen euro) voor in de Britse scepter en de Cullinan II voor in de Britse kroon. Een intrigerend verhaal.

Min of meer bij toeval stond ik een aantal jaren later nabij de rand van de Cullinan diamantmijn in Zuid Afrika. Daar was de door Asscher zo succesvol gespleten en geslepen reuzendiamant dus gevonden. Een gat in de aarde dat in de meer dan honderd jaar van haar bestaan zulke reusachtige afmetingen heeft gekregen, dat ze volgens mij vanaf de maan nog zichtbaar moet zijn. We kregen daar uiteraard van de gids ook een stukje geschiedenis te horen. In 1898 werd de toenmalige 'Premier Diamantmijn', zo'n 30 km ten oosten van Pretoria, door ene Thomas Cullinan uit Johannesburg gekocht. Zeven jaar later, om precies te zijn op 25 januari 1905, maakte Cullinan's hoofdinspecteur Frederick Wells aan het eind van de dag nog een controleronde door de mijn. Op een gegeven moment zag Wells iets blinken in de Zuid-Afrikaanse avondzon. Glas, dacht hij in eerste instantie, mijn collega's proberen me weer eens een kunstje te flikken. Evengoed ging hij toch maar kijken wat het was. Tot zijn grote verbazing had hij even later een enorme brok diamant in z'n handen, 3.106 karaat bleek later! (één karaat is gelijk aan 1/5 van een gram, ofwel 200 milligram) De tot dan toe grootste diamant ooit gevonden. De ruwe diamant werd de volgende dag 'Cullinan' gedoopt, terwijl Frederick Wells, de vinder, van Thomas Cullinan een cheque van 10.000 USD kreeg. Thomas Cullinan vond vervolgens in de regering van Transvaal een koper voor de diamant, die er volgens bepaalde bronnen 2.500.000 USD voor betaald zou hebben. Op 9 november 1907 heeft premier Smuts van Transvaal de 'Cullinan' diamant aan de Britse koning Edward VII geschonken, voor diens 66ste verjaardag, en als dank voor de semi-onafhankelijkheid van de Republiek Transvaal. Sinds die tijd is de 'Cullinan' diamant, na in Amsterdam door Asscher gespleten en geslepen te zijn, tot op de dag van heden letterlijk en figuurlijk een Brits kroonjuweel!

Wonderlijk eigenlijk hoe een steen kan rollen. We hebben het nu vaak over de globalisering, de wereld is klein geworden. Maar dat was dus ruim honderd jaar geleden ook al het geval!

Geen opmerkingen: