donderdag, september 25, 2014

Het beeld als last?!


Wat wil Marlene Dumas (Kaapstad, 1953) eigenlijk zeggen met haar expositie 'The image as burden' in het Stedelijk Museum in Amsterdam. 'The image as burden' zoiets als 'Het beeld als last'. Dumas houdt zich bezig met de psychologie van het kijken. Beelden zijn volgens haar altijd politiek. Er wordt altijd iets aan toegekend, bijvoorbeeld dit is crimineel of terroristisch, en dat is erotisch.

De titel van de expositie 'The Image as Burden' verwijst naar haar gelijknamige schilderij uit 1993. Een man draagt zijn vrouw in de armen. Het is een still uit de tragische liefdesfilm Camille uit 1936. Het beeld roept echter ook associaties op met andere beelden. Bijvoorbeeld het christelijke piëta-motief, de bewening van Christus dode lichaam door zijn moeder. Of de talrijke hedendaagse nieuwsfoto's uit ramp- of oorlogsgebieden. 'The Image as Burden' met zijn uiteenlopende connotaties is illustratief voor de manier waarop Marlene Dumas de beeldcultuur van heden en verleden benadert en verwerkt in haar schilderijen. Er is altijd spanning voelbaar tussen het bronmateriaal waarmee het begint en de verbeelding waarmee het eindigt, tussen het schilderkunstig gebaar en de illusie van de voorstelling. De tentoonstelling bood een representatief overzicht van het oeuvre, dat de al sinds de jaren zeventig in Amsterdam woonachtige Zuid-Afrikaanse Marlene Dumas heeft opgebouwd. Haar schilderijen van existentiële onderwerpen als liefde, dood, verlangen en schuld stemden mij niet bepaald vrolijk.

Maar dat hoeft natuurlijk ook niet altijd, haar werk stemt tot nadenken! Zij reikt als kunstenaar items aan en confronteert ons daar mee. We zijn als beschouwers verantwoordelijk voor onze eigen interpretatie! Ik bewonder in ieder geval haar verwondering over de diverse beeldtijden, die zich door haar met een scala aan culturele associaties tot nieuw werk laten mengen!

zondag, september 07, 2014

jaarlijks fietsdagje


Eén keer per jaar trekken we er met de familie een dagje op uit met de fiets. D.w.z. we fietsen maximaal een uur of drie en genieten tussendoor van de nodige pitstopjes, al of niet gepaard met iets lekkers in vaste dan wel vloeibare vorm. De fietsdagjes worden bij toerbeurten georganiseerd, gisteren was het onze beurt. Rond een uur of half twaalf was de hele club compleet, en zaten we met z'n allen bij ons aan de koffie met een punt appel-slagroomvlaai. Bij vermeende sportprestaties is uiteraard een goeie ondergrond van belang! Toen het één en ander was weggewerkt en iedereen en-passant was bijgepraat door die en gene, was het hoog tijd om het stalen ros te beklimmen. Aldus geschiede, even later zat iedereen in het zadel en begonnen we vol goede moed aan een knooppuntentochtje van ca. 42 km in de nabije omgeving en iets daarbuiten. Het weer was de afgelopen week subliem geweest, jammer dat het juist nu beduidend minder was. Niet echt slecht ook, maar evengoed stonden we een klein halfuurtje na ons vertrek al wel een kwartiertje onder een grote beukenboom voor de regen te schuilen. Gelukkig is het daarbij voor de rest van de dag gebleven.

'Ons Strandhuus' aan het Veluwemeer bij Hulshorst was ons eerste rustpunt. Prachtig diffuus licht op het Veluwemeer, verstilling, voorloper van de naderende herfst. Na een kopje soep klommen we weer in het zadel voor een iets langer traject door het Leuvenumse Bos en over de Elspeetse Heide richting Kasteel Staverden, ofwel het kleinste stadje van Nederland!

Op het terras van Brasserie Staverden was het een drukte van belang en erg gezellig. We fietsen en wandelen al vele jaren nabij Kasteel Staverden, maar we raken er nooit uitgekeken. Het Kasteel, het Koetshuis en de Brasserie van Staverden liggen volgens mij op één van de mooiste landgoederen van de Veluwe, zo niet het mooiste landgoed. Staverden heeft al in 1298 stadsrechten gekregen en is uitgeroepen tot de kleinste stad van Nederland. Merkwaardig eigenlijk, de omgeving doet me daar aan van alles en nog wat denken, behalve aan een stad! Maar dit terzijde, de combinatie van rijke historie, karakteristieke opstallen, schitterende tuinen, een eigen moestuin en kas, en de witte pauwen op het landgoed maken dit plekje tot een unieke belevenis!

Maar hoe mooi en gezellig dan ook, we moesten na een uurtje toch weer verder om rond zes uur weer in Harderwijk te zijn. Overigens als we daar nog een poosje zouden blijven zitten, zou de wijn wel eens in onze benen kunnen zakken met alle gevolgen van dien. Dan waren we daar in dat bos natuurlijk niet meer vooruit te branden. Gelukkig hebben we altijd wel een paar verstandige mensen in onze familie, en zo kon het gebeuren dat we even later weer fris en monter in het zadel zaten om ook de laatste etappe van ons fietstochtje te slechten. We werden in dit stukje nog even verrast, toen een everzwijn vlak voor onze fiets overstak. We probeerden hem nog te vangen met onze lens, maar dat konden we vergeten, die beesten lopen ongelooflijk hard door het struikgewas. Even over zes zaten we met z'n allen met een wijntje op het terras van restaurant 'Monopole' in Harderwijk over het Wolderwijd te staren, en kregen we voor onze prestaties die dag het twintigste lintje van Ad, onze padre familias, uitgereikt. Een feestelijk moment, heel even kwam toen zowaar ook het zonnetje nog door het wolkendek piepen. Mooie momenten, maar toen het een beetje kil werd, zijn we toch maar naar binnen gegaan, waar de tafel al voor ons gedekt stond!

donderdag, september 04, 2014

het nieuwe oerbos


Passage uit mijn stukje 'Harderbos' van 2 september 2007:

Gisteren hebben we gefietst in het Harderbos. Het Harderbos behoort tot één van de meest gevarieerde en volwassen natuurgebieden in Flevoland. Bos, moeras, grasland en plassen, alles is aanwezig. In 1968 aangelegd als een productiebos, populieren, populieren en nog eens populieren. Maar sinds 1997 is Natuurmonumenten bezig er een soort van oerbos van te maken. Door de vruchtbare kleigrond gaat dit in een wonderbaarlijk snel tempo. Er is nu na ca. 10 jaar al weinig meer over van het saaie productiebos. Sinds de tijd dat ze het dode hout laten liggen, wordt de flora en uiteraard de fauna er met het het seizoen gevarieerder en mooier.
Op een keer toen ik daar fietste werd ik verrast door 3 spelende jonge vosjes aan een bosrand, iets wat ik zelf tot dan toe in de vrije natuur zo nog niet eerder had gezien. Prachtig! Volgens het boekje schijnen er meer dan 60 verschillende zang- en roofvogelsoorten te broeden, waaronder ook de prachtige ijsvogel. Behalve de aanwezigheid van diverse zoogdieren als reeen, vossen, bunzings, hazen en noem maar op, grazen er ook Schotse hooglanders die daardoor zo ook een steentje bijdragen in de voortgaande ontwikkeling van het nieuwe oerbos. Maar oerbos of niet, er lopen wel riante betonnen fietspaden doorheen.


Dat was in 2007, gisteren fietsten we sinds lange tijd weer eens in het Harderbos rond. Te gek eigenlijk, terwijl ons nieuwe oerbosje zo ongeveer om de hoek ligt. Wat ons opviel, is dat het bos er in onze ogen weer gevarieerder is gaan uitzien. Dat zal uiteraard mede te danken zijn aan de inzet van Natuurmonumenten. Het Harderbos maakt deel uit van een netwerk van natuurgebieden in Nederland, de z.g. Ecologische Hoofdstructuur. De toename en variatie in struweel en luwe- en natte plekken trekt steeds meer vogels en insecten aan. Het is een continue proces, steeds meer variatie in flora en fauna. Vogelsoorten als de grasmus en de spotvogel voelen zich thuis in zo'n omgeving, maar ook de grauwe klauwier en de karekiet. De processen in dit gebied schijnen zeer nauwlettend te worden gevolgd.

Hoe dan ook, het is een genot om door deze oase van rust te fietsen of te wandelen. Wel een beetje op afstand blijven van die malle Schotse hooglanders, want die kunnen soms raar uit de hoek komen!

woensdag, september 03, 2014

'De eeuwige bron'


Gisteravond hebben we in A'dam in de stadsschouwburg 'The Fountainhead' gezien. (Zie als voorwerk mijn stukje 'klassieker uit 1943' van 15 juni j.l.) Een lange zit van halfacht tot kwart voor twaalf, inclusief pauze op een voor ons zo gedenkwaardige avond. Maar het was de moeite meer dan waard, geen moment hebben we ons verveeld. Van de Rabozaal, sinds 2009 de tweede theaterzaal in de stadsschouwburg, waren alle 500 zitplaatsen uitverkocht. Voordeel dat we de tickets in juni al gekocht hadden, was dat we op de tweede rij van voren voor ons gevoel soms tussen de acteurs zaten. Riant, geen detail ontging ons!

Ayn Rand schreef in 1943 ‘The Fountainhead’. Een verhaal over Howard Roark (door Ramsey Nasr), een jonge architect die na zijn afstuderen in de roaring twenties aan het werk gaat in New York. Hij heeft talent en een intrigerende kijk op de moderne architectuur. Hij is eigenwijs en verdomd het om betreffende zijn ontwerpen concessies te doen. Een manco dat hem door opdrachtgevers niet in dank wordt afgenomen. Hij is volgens deze lieden een onmogelijke figuur om mee samen te werken. Het gaat Howard Roark dan ook absoluut niet voor de wind. Opdrachten blijven uit of worden zelfs ingetrokken. Volgens de auteur van 'The Fountainhead' zijn er twee soorten mensen t.w. leiders en volgers. In dit verband mensen die creëren en mensen die daar op voort modderen. In 'The Fountainhead' zien we ene Peter Keating (door Aus Greidanus jr.) studiegenoot en voortmodderaar, en als zodanig dus een absolute tegenhanger van Howard Roark. Hij doet alles wat de opdrachtgevers van hem willen. Hij heeft nauwelijks een eigen inbreng, een typische volger, maar het levert hem in eerste instantie geen windeieren op.

Dominique Fracon (door Halina Reijn) een femme fatale, is in het stuk erg teleurgesteld door het volgzame gedrag van de mensen. Maar bij de onafhankelijke Howard Roark meent de kille Dominique Fracon een vorm van originaliteit en integriteit te bespeuren. Echter van liefde en passie tussen beide lieden is voorlopig nog geen sprake. Terwijl beiden op andere gebieden zo scherp zijn, speelt op dat gebied desinteresse en labiliteit een rol van betekenis.



Na de pauze deed projectontwikkelaar en opdrachtgever Gail Wynand (door Hans Kesting) zijn entree. Groots bracht hij de sfeer van Ayn Rand's 'The Fointainhead' in beeld. Er gebeurde teveel om in dit stukje verder in detail op in te gaan, maar ik vond het een feest om er bij te zijn. De slotscène van Ramsey Nasr was indrukwekkend, de zaal was al stil, maar nu kon je een speld horen vallen. Met een monoloog van zeker twee à drie minuten hield hij het publiek in de greep. Het thema van Ayn Rand's ‘The Fountainhead’, namelijk de strijd tussen individualisme en collectivisme, werd door hem nog eens even sterk uit de doeken gedaan, met een staande ovatie als gevolg. Toneelgroep Amsterdam bedankt, wat een avond!

maandag, september 01, 2014

literair tekenwerk


In het V-Katern van de Volkskrant las ik vanmorgen een interview met Stefan Verwey (1946). M'n favoriete maatschappij kritische cartoonist, waar ik wekelijks van genieten kan, en waarvan ik jaren geleden in de Kunsthal in Rotterdam ook eens een prachtige overzichtstentoonstelling heb gezien. Zijn favoriete onderwerpen zijn schrijvers, dichters, boeken en boekenverzamelaars. Kennelijk een onuitputtelijke bron voor Stefan Verwey.

Zijn cartoons in de Volkskrant gaan sowieso altijd over het literaire leven. Maar hij geeft in de media zijn kijk op de samenleving ook wel middels andere onderwerpen die hij belangrijk vindt, en waarvan hij vindt dat er over moet worden nagedacht. Door de individualisering van een samenleving, waarin de grootste schreeuwers het ook nog eens voor het zeggen hebben, is er genoeg stof tot nadenken. Hij maakt cartoons over zaken als oppervlakkigheid en over de vele ranzige flutprogramma's op tv, maar ook het consumptieve gedrag van de mensen stelt hij aan de kaak. Shoppers die van geen ophouden weten.

Hij is geen wereldverbeteraar zoals hij zelf zegt. Evenmin beweert hij dat vroeger alles beter was. Mensen die dat beweren zijn in zijn ogen echt oud. Het is ook gewoon niet waar! Neem bijvoorbeeld een stad als Amsterdam, die was in de jaren vijftig nog zo burgerlijk, dat schrijvers en kunstenaars als o.m. Campert, Kousbroek en Lucebert de stad ontvluchten. Weg van de spruitjeslucht, ze gingen naar Parijs, dat toen al een verlichte stad was.

Stefan Verwey probeert middels zijn tekentalent de vinger aan de pols te houden en ogen te openen, zonder al te cynisch te zijn. En dat gaat hem voor mijn gevoel goed af!