zaterdag, januari 29, 2011

Sonny Boy



Vrijdagavond, het is donker maar glashelder en windstil, en het vriest een beetje. De sfeervolle wandeling langs het Wolderwijd naar het centrum is een verademing. In de verte aan de overkant van het water de lichtjes van Zeewolde, voor ons aan het Wellenpad de weerschijn van het markante Blokhuis op het flinterdunne ijs van de ijsbaan. We besluiten in restaurant 'De Oude Drukkerij' een hapje te gaan eten, maar daarvoor wel eerst alvast kaartjes voor 'Sonny Boy' te halen, de film die we later op de avond in bioscoop Atlantic willen gaan zien.

Sinds kort is 'Sonny Boy', de film die gebaseerd is op het gelijknamige boek van Annejet van der Zijl uit 2004, in de bioscopen te zien. De schrijfster speelt in de film zelf ook nog even een piepklein rolletje mee als nachtclub bezoekster. Maria Peters, die behalve de regie ook het scenario schreef samen met Pieter Van de Waterbeemd, heeft o.a. ook de boekverfilming van Kruimeltje (1999) en Pietje Bell (2002) op haar naam staan. De twee hoofdrollen in 'Sonny Boy' werden gespeeld door Ricky Koole als Rika van der Lans en Sergio Hasselbaink als Waldemar Nods.

Door het boek is het waar gebeurde verhaal voor een groot aantal mensen bekend geworden. Een onmogelijke liefde tussen de getrouwde Nederlandse vrouw Rika van der Lans die al vier kinderen heeft, en Waldemar Nods, een zwarte uit Suriname afkomstige man die zeventien jaar jonger is. Het verhaal speelt zich af vóór en tijdens de Tweede Wereldoorlog. In alles wordt het stel achtervolgd door discriminatie en tegenwerking, en dan komt daar ook nogeens de ellende van de oorlog bij. Maar ondanks alles blijft het tussen hun goed gaan, en uit de relatie wordt Sonny Boy (Waldie Nods) geboren. Uiteindelijk worden ze opgepakt door de Duitsers wegens hulp aan Joodse onderduikers. Los van elkaar verdwijnen ze in een concentratiekamp die ze beiden niet overleven. Maar hun zoontje Waldy Nods leeft nog en is inmiddels 81 jaar. Ik ken hem niet, maar het lijkt mij waarschijnlijk dat hij zich dezer dagen met al die aandacht wel weer een beetje Sonny Boy zal voelen!

woensdag, januari 26, 2011

Tin Whistle



Het gaat lekker de laatste tijd met 'The Irish Folk- and Pub Music Group'. Een clubje van zes belegen muzikanten die veel lol beleven met elkaar in de muziek. Binnenkort hebben we ons eerste optreden in één van de cafe's die de Harderwijkse binnenstad rijk is. Dat wordt best spannend natuurlijk!

Behalve zang bespelen we met z'n zessen diverse instrumenten, al of niet versterkt. Accordeon, banjo, bodhran, diverse fluiten, gitaar, mondharmonica en trekzak. En we zijn nog op zoek naar een violist. Zelf zing ik, en bespeel ik de bodhran en de mondharmonica, en sinds kort ook de tin whistle. Een in de 18e eeuw ontworpen diatonisch fluitje van metaal (je hebt ze overigens ook van hout of kunststof) met zes vingergaten, dat ze ook wel penny whistle, Irish whistle, high whistle, soprano whistle of flageolet noemen. In principe kan je met de tin whistle twee zuivere octaven spelen, maar door aparte grepen (halfholing en crossfingering genoemd) is het ook mogelijk om chromatisch te spelen d.w.z. andere tonen dan die van zijn majeurtoonladder. Het is in zo'n geval echter makkelijker om een paar tin whistles in een andere toonsoort bij de hand te hebben, en zeker als je zoals ik met dit instrument nog niet al te geoefend bent.



Als je het zo kan als in bovenstaande opname, dan is het wat mij betreft petje af! Het is niet helemaal het genre wat wij spelen, en al helemaal niet het niveau, maar wat een beheersing van het instrument. Wij spelen meer lyrics o.a. The Rose of Mooncoin, By the Rising of the Moon, The fields of Athenry en nog veel meer. Met de bodhran gaat het de goeie kant wel op, maar mijn resultaten met de, volgens sommigen zo simpele tin whistle, zijn nog niet om over naar huis te schrijven. Het bespelen van zo'n klein blaasinstrumentje is een beetje lastiger dan ik dacht. Met de mij beter bekende saxofoon heeft het fluitje gemeen dat je er op moet blazen om een toon te kunnen produceren, maar daar houdt de overeenkomst ook wel mee op. Het is gewoon heel wat anders, maar oefening baart kunst, met een beetje geduld komt het goed, dat voel ik nu al.

maandag, januari 24, 2011

Nano



Nano komt van het Griekse νανος (nanos), ‘dwerg’ aldus Wikipedia. In het Amsterdamse Science Center NEMO wordt a.s. donderdagavond de dialoog Nanotechnologie afgesloten. Ik wist geeneens dat er een nanodialoog speelde in ons land, maar dat terzijde. Het één en ander gaat gepaard met ernst en luim, spektakel en bezinning en zang en dans, las ik j.l. zaterdag in de wetenschapsbijlage van de Volkskrant, in een interview van Martijn van Calmthout met de Twentse nanotechnoloog Dave Blank. Er zou ook enige reden zijn tot tevredenheid, want dankzij de talloze evenementen en discussies tijdens de nanodialoog van de afgelopen twee jaar, weten wij beter dan voorheen wat nanotechnologie is. Kennelijk heb ik de laatste tijd behoorlijk zitten dutten, ja, ik heb er weleens wat over gehoord, maar ik weet nog steeds niet veel meer, dan dat een nano een verrekt klein deeltje is in ons bestaan. Om precies te zijn 0,000 000 001 deel oftewel 1 miljardste deel van een meter!



Nanotechnologie ofwel 'de kracht van het kleine'. We staan nog aan het begin van deze ontwikkeling begrijp ik, alhoewel er in Nederland al aardig wat producten te koop zijn waarin nanodeeltjes zijn verwerkt. Maar op diverse gebieden zijn er nog heel wat vragen te beantwoorden over verantwoordde toepassingen en de eventuele keerzijden en risico's van deze technologie. Want de toepassingsmogelijkheden schijnen werkelijk oneindig te zijn in en/of op zowel dood als levend materiaal!

zaterdag, januari 22, 2011

VDLetentje



Gisteravond hadden we in Amsterdam bij vrienden aan het Merwedeplein voor de 30ste keer het jaarlijkse VDLetentje. Een goeie en ongeëvenaarde gewoonte van H en M vonden we weer allemaal. En ook geen geringe prestatie vonden we, zoals ze ons weer voor de zoveelste keer hebben doen laten watertanden. Eigenlijk kan je wel spreken van een topprestatie, als je dat is gelukt in ons gezelschap van dertien ouwe en enigszins verwende smulpapen!

Want ik geloof wel dat we ons van oudsher op het gebied van de culinaire proeverij een stelletje verwende types kunnen noemen. En dat stamt uit de jaren toen we met z'n allen nog op het bureau aan de Prinsengracht werkten. Je kan het je nu haast niet meer voorstellen, maar in die jaren was niet gauw iets tegek. We werkten hard, maar daarnaast genoten we ook enorm. Met de regelmaat van een klok werden daar in de lunchpauze copieuze maaltijden van haute cusine niveau georganiseerd, die uiteraard tot soms wel halverwege de middag uitliepen. Het was desalniettemin een alleszins verantwoordde bezigheid vonden we, want de gesprekken tijdens de lunch zagen we vaak terug als een toegevoegde meerwaarde op het resultaat van onze werkzaamheden daar. Toch vonden we het zelf zo af en toe ook wel eens een beetje de spuigaten uitlopen. Dan namen we ons voor de lunch voorlopig weer wat soberder te houden, en gingen we vervolgens een beetje schuldbewust maar keihard tot vaak in de vroege avonduren aan het werk.

Het ging er toen dus wel even iets anders aan toe dan tegenwoordig. Nu zit het gros van de werkers op ontwerpbureau's de hele dag stil achter een scherm te pezen, en nuttigen ze daar vaak tijdens de lunchpauze ook nog de van huis meegebrachte sneetjes brood. Zo'n werkvloer doet zich in mijn optiek als een haast autistisch spectrum voor. Toch zie ik evengoed wel weer dat ook daar de prachtigste ontwerpen worden gemaakt. Dus helemaal correct zal ik de huidige gang van zaken op de bureau's wel niet duiden. De ideale werkomgeving en manier van werken ligt natuurlijk weer ergens in het midden. Wat volgens mij overigens wel duidelijk is, is het sterk overheersende individualisme op de bureau's. Met het digitale scherm voor onze neus kunnen we communiceren met wie en waar dan ook ter wereld. De behoefte om met de mensen om je heen nog face to face te discussiëren over een ontwerp of wat dan ook, is naar mijn idee niet of nauwelijks nog aanwezig.

Bij ons heeft denk ik destijds het gediscussieer vóór, tijdens en na de lunch juist een band geschapen waardoor we elkaar nu, ruim 30 jaar na dato, nog kennen en bij tijd en wijle bij elkaar komen eten.

woensdag, januari 19, 2011

Zandmotor



Ik las in de krant, dat de sleephopperzuigers van aannemerscombinatie Boskalis en Van Oord afgelopen maandag begonnen zijn met het aanleggen van een schiereiland voor de kust van Zuid-Holland. Een schiereiland nabij Ter Heijde met een inhoud van 21,5 miljoen kuub zand, dat ze over ruim een jaar, als de klus geklaard is, De Zandmotor zullen noemen!

De Zandmotor is een enorm duin in de vorm van een haak, die vanaf de kust gezien straks 1500 meter de zee insteekt. En de natuurlijke elementen als water, wind en zeestromingen zullen vervolgens het zand op termijn verder langs de kust verspreiden. Op deze manier maakt de zee zelf nieuw land aan, die straks primair een bijdrage zal leveren aan de kustveiligheid, maar ook ruimte zal scheppen voor natuur en recreatie. Een prachtig en innovatief pilotproject, een mooier voorbeeld van bouwen in en met de natuur kan ik me haast niet voorstellen.



De aanleg van de 2e maasvlakte, die nog in volle gang is, vereist volgens de wet compensatie voor verlies aan natuur en milieu, zie mijn stukje Maasvlakte 2 van 27 juli 2009. De Zandmotor levert in dit verband lijkt mij dan ook een prachtige bijdrage.

Overigens met al die zandsuppleties voor de kust lijkt het me ook duidelijk, dat we straks met ons zeilbootje vanuit Scheveningen een iets andere koers zullen moeten aanhouden naar de z.g. 'aanbevolen oversteekplaats voor pleziervaartuigen' op zee in de drukke Maasgeul nabij Hoek van Holland.

dinsdag, januari 18, 2011

GMcollector



Tijdens een museumbezoek maak ik vaak foto's van kunstwerken, kan ik ze thuis nogeens rustig bekijken. Vaak mag het niet en doe ik het stiekum, maar vaak mag het ook wel, echter dan wel zonder flitsen. Maar in het onlangs gerevitaliseerde Groninger Museum hebben ze nu de GMcollector geïntroduceerd. Een virtuele en digitale laag door het museum, die een vloeiende verbinding vormd tussen de wereld van het museumbezoek, en ons dagelijkse gebruik van de digitale wereld en de sociale media. Met andere woorden, een draadloos systeem waarmee je de kunstwerken van jou keuze middels je mail op je eigen pc krijgt. Zelf foto's maken van de kunstwerken is in het Groninger Museum niet meer nodig. Je houd de kleine GMcollector, die je bij het begin van je bezoek hebt meegekregen, bij het bordje naast het kunstwerk en klaar is kees. Het kunstwerk is opgeslagen en wordt na afloop naar je opgegeven mailadres verzonden.

Als je tenminste je mailadres goed hebt ingevoerd en niet zoals ik zondag fout, want dan heb je nog niks. Blij dat ik zelf evengoed nog een aantal foto's had gemaakt, en bovendien had J het wel goed gedaan, zodat zij ook nog het één en ander op haar mail had staan. Foto's van de tentoonstelling 'Het Onbekende Rusland', van oriëntalistische schilderkunst tussen 1850 en 1920. Kunst uit de Oriënt, uit landen dus als o.a. Armenië en Oezbekistan. Een interessante wereld, ook een wereld waar ik behalve op kunstgebied sowieso al weinig van wist, dat bleek wel. Maar goed, wat dat betreft is nu een heel klein tipje van de sluier opgelicht.
De tentoonstelling 'Hoogtepunten uit eigen collectie' sprak mij trouwens meer aan. Meer eigentijdse en moderne kunst! Veel stukken had ik daar al eerder gezien, maar al die topstukken bij elkaar was toch weer wat anders. Ik vond het een prachtige expositie!

Maar hoe mooi we de expositie ook vonden, van het stralende weer buiten na al die sompige dagen werden we erg onrustig. Niet echt museumweer, eigenlijk hadden we het binnen wel gezien voor vandaag. Naar buiten wilden we, lekker wandelen in het zonnetje. We blijven een andere keer wel weer eens wat langer. Zo gezegd, zo gedaan, even later liepen we lekker in de Groninger buitenlucht te stappen. En met een korte ingelaste pitstop op de terugweg bij J en Y in Hoogeveen, hebben we naar ons gevoel het dagje uit in Noord Nederland stijlvol afgesloten.

vrijdag, januari 14, 2011

badderen



Ga je mee naar de sauna? Nee! Waarom niet? Geen zin! En nu vragen ze me al geeneens meer, ook prima. Maar waarom heb ik, uitgezonderd een enkele keer, geen zin meer in sauna? Lastig te zeggen, maar het massale in die badderhuizen staat mij sowieso erg tegen. Die collectieve waanzin in zelfgenoegzaamheid en welzijn, zo iets moet het wel zijn denk ik.

Sauna, Turks stoombad, bruisbad, hydrojet en nog heel veel meer is er te vinden in een gemiddeld wellnesscentrum. Zelf ben ik nooit verder gekomen dan een sauna en een Turks stoombad. Het heerlijkste saunaritueel heb ik meegemaakt in een oud rokerig hutje op een late zomeravond aan een Fins meer nabij Jyväskylä, en het lulligste met m'n hele gezin in een soort van omgebouwde garage in de Koog op Texel. Tussen beide saunaervaringen in zit ook nog een respectabel aantal ervaringen met sauna's in hotels, vakantiehuisjes en bij vrienden thuis. En toen mij de afgelopen decennia een paar keer gevraagd werd een wellnesscentrum te ontwerpen in Lelystad en Istanbul, (beide ontwerpen zijn overigens nooit uitgevoerd) heb ik al of niet met J samen ook nog eens zeer uitgebreid empirisch onderzoek gedaan in enkele wellnesscentra in Nederland.
En in Istanbul heb ik met het Herenleed een Turks stoombad genoten met alles derop en deran in het bijna 300 jaar oude 'Cagaloglu Hamani' badhuis. Maar dat was heel wat anders!

Wellness, de juiste balans vinden tussen regelmatig bewegen, gezonde voeding en tijd voor jezelf, las ik ergens. En daarom zijn er dus wellnesscentra, centra waar je je lekker kan laten verwennen. Er worden zelfs kampioenschappen sauna-zitten op wereld niveau georganiseerd! Ik heb er absoluut niets mee, mij zien ze daar niet meer. Uren lang collectief en geciviliceerd bezig zijn met je eigen lijf alsof het een religie is staat me vierkant tegen. Maar ook het gedoe in keurige saunaatjes in vakantiehuisjes overal of bij de mensen thuis, dat vreselijke gefrut in die hokjes op zolder, in een kelder of in een tuintje!



Nee, geef mij maar zo,n ouwe rokerige hut in een berkenbos aan een Fins meer. Een Fries meer kan trouwens ook. Echt hout op de kachel en een beetje aan rommelen met water en berkentwijgen, samen even lekker zweten en dan hophop naar buiten, het meer in en zwemmen maar. En daarna een lekker koel biertje en gezellig ouwehoeren. Je kan het zo misschien geen wellness noemen, maar het voelt heerlijk en je blijft (of raakt) er nog van in balans ook. Zou ik dan eigenlijk toch vaker moeten doen!

woensdag, januari 12, 2011

vensters



Dachten we even rustig van de tentoonstelling 'Vensters en inkijkjes' te kunnen genieten, liep er al een joelende schoolklas rond die van de juf allerlei vragen moest beantwoorden. Maar ja, wat wil je ook, de expositie wordt in het kader van het omgevingsonderwijs ook niet voor niets een educatief project genoemd.

Aanleiding van de tentoonstelling in het nieuwe gedeelte van het 'Stedelijk Museum Zwolle' was namelijk de 'Zwolse Canon', een uitgave van de Zwolse Historische Vereniging. De expositie op de tweede verdieping van het gebouw aan de Melkmarkt, bestond uit vijftig vensters ofwel onderwerpen die op de één of andere manier een rol hebben gespeeld in de geschiedenis van Zwolle.
Over de eerste bewoners, over de handel en over de organisatie van de stad en het stadsbestuur nu en in het verleden, en welke rol de gilden daarin hebben gespeeld. Maar ook over bekende Zwollenaren als bijvoorbeeld Thomas a Kempis en Herman Brood. Een expositie dus, die niet alleen voor kinderen maar ook voor ons als volwassen bezoeker interessant was. En al helemaal als je in Zwolle heel wat voetstappen hebt liggen en er zelfs geboren bent, al vond wijlen Herman Brood dat juist Vette pech.

In het naastgelegen Drostenhuis, het oude deel van het museum was het vanmorgen een stukje rustiger, daar hadden we het rijk praktisch alleen. Een groter contrast in bouwstijl tussen het oude en het nieuwe museumdeel kan ik me nauwelijks voorstellen. De moderne, voor een groot deel transparante architectuur (architect Zwollenaar Gerard van de Belt) van het nieuwe, in 1997 opgeleverde deel, versus de architectuur van het 16de-eeuwse pand. Dit pand, destijds gebouwd voor de vermogende Engelbert van Ensse, drost van Coevorden en Drente en rentmeester van Salland, Vollenhove en Kuinre, is nu ingericht als een soort van stijlkamermuseum en huisvest verder de vaste (cultuurhistorische)collectie van het museum. Prachtige schilderijen, vensters eigenlijk op tijden van weleer, van landschappen en het oude Zwolle, van portretten en jachttaferelen, de Agnietenberg, de sluis bij Katerveer, zeilschepen op de IJssel en het Zwarte water en nog veel meer.

Rond het lunchuur verlieten we het museum in de stromende regen. Maar gelukkig vonden we al snel weer onderdak in grand cafe ´Las Rosas´ op het nabijgelegen Rodetorenplein.

maandag, januari 10, 2011

Ensemble



Alles klopte afgelopen zaterdagavond in gebouw Veluvine, de mensen, de stemming, de ruimte en de muziek. Samen met J, S, W, R en D heb ik de avond als een harmonieus geheel ervaren. Het sfeervolle concert in het nieuwe door architect Wilco Scheffer ontworpen cultuurcentrum in Nunspeet, dat ruim een jaar geleden officieel is geopend, heb ik dan ook amper als de in het programma aangekondigde 'Midwinternightmare' ervaren. Alhoewel het best een angstaanjagend verhaal was, dat door één van de eng wit, met zwart omrande ogen geschminkte musici van 'Het Ensemble' werd verteld. Een verhaal over een ijzige weduwe en schrik van de Russische poolvlakte, die elke winter buiten het dorp rondwaarde. En niemand die haar gezien had kon het nog navertellen. Maar hoe de jonge musici van het in 2008 opgerichte Ensemble ook hun best deden om ons te doen griezelen, het lukte ze niet echt. Bijzaak was het, we genoten vooral van de prachtige, vaak ingetogen muziek, en hoe die malle geschminkte griezels dat wisten te brengen. Fantastisch zoals zestien jonge, net van het conservatorium afgestudeerde musici ons daar hebben weten te vermaken. Maar ik genoot bovendien ook bijzonder van de ideale ambiance waarin het allemaal gebeurde, en van de grote theaterzaal die ik daar voor het eerst zag en beleefde!



Bovenstaande (telefoon)opname 'Waltz' van na de pauze, gearrangeerd door Niek Jacobs uit de tweede jazz-suite van Dimitri Shostakovich (1906-1975) geeft mijns inziens het niveau van 'Het Ensemble' goed weer.

Het gebouw 'Veluvine', een multifunctionele accommodatie, is gebouwd op het terrein van de voormalige verffabriek 'De Veluvine'. Het gebouw, naar mijn smaak een evenwichtig en bijeenpassend geheel met de locatie, en daarmee als zodanig ook een ensemble vormend, heeft een totaal vloeroppervlak van 9500 m2. Behalve eerder genoemde theaterzaal met 400 zitplaatsen, huisvest het gebouw een filmzaal, sportlokalen, vergaderruimtes en diverse met name in de gemeente Nunspeet actieve maatschappelijke-, educatieve- en culturele instellingen. Een mooie aanwinst voor dit Veluwse dorp, daar kan het nabij gelegen stadje Harderwijk voorlopig nog een puntje aan zuigen!

dinsdag, januari 04, 2011

genodigde



De uitnodiging gisteravond voor een Nieuwjaarsborrel, voorafgaand aan de voorstelling '10 jaar van de straat' van de groep Percossa, in het 'DeLaMar' theater in Amsterdam, wilde ik uiteraard niet voorbij laten gaan, ook al had ik de voorstelling van mijn gastheren al twee keer gezien, (zie m'n stukjes 'lach- en slagwerk' van 16/1'10 en 'eindejaarsuitje' van 22-12-'10). Maar een bezichtiging en een welkom met champagne en oliebollen in het onlangs door de 'Majesteit' geopende splinternieuwe DeLaMar theater van Joop (1942) en echtgenote Janine (1956) van den Ende, hadden we nog niet gehad. Ik las trouwens dat beide echtelieden door hun bemoeienis en hun bijdrage van 65 miljoen euro aan dit project, de 'Mecenas van Mokum' worden genoemd.



De in 2001 opgerichte VandenEnde Foundation heeft in nauwe samenwerking met de Nederlandse architect Arno Meijs (1941) aan de Marnixstraat nabij het Leidseplein een prachtig theatercomplex gerealiseerd, die wat mij betreft de fysieke verschijningvorm van het oude DeLaMar theater al heeft doen vergeten. Van de 2 zalen in het nieuwe complex, hebben ze de grote zaal, 943 stoelen, genoemd naar theaterlegende Wim Sonneveld (1917-1974), en de kleine zaal, 601 stoelen, naar theaterlegende Mary Dresselhuys (1907-2004). Van de voorstelling '10 jaar van de straat' gisteravond van mijn muziektheatrale opdrachtgever van vorig jaar, hebben J, E jr. en ik in de prachtige ambiance van de Wim Sonneveld zaal weer volop genoten. Jongens bedankt, ook voor het feit dat we als genodigden van jullie champagne en oliebollen vooraf hebben mogen genieten. Succes en geluk de komende tijd!

zondag, januari 02, 2011

nieuwjaar



Tijdens de jaarwisseling in Sydney, 10 uur eerder dan bij ons, is er voor ca. 1,5 miljoen toeschouwers (waarvan velen al vroeg op de dag een mooi plaatsje hadden gezocht op de stranden en terrassen) 7000 kg aan vuurwerk de lucht in gegaan nabij het beroemde Opera House (zie mijn stukje Sydney Opera House van 3 december 2008) en de Sydney Harbor Bridge. Het tijdens de jaarwisseling volgens velen beroemste vuurwerkspektakel ter wereld, wordt daar sinds jaar en dag door de gemeente georganiseerd en betaald. In landen als Australië, de USA en Canada is consumenten vuurwerk al jaren verboden!

Buiten ons zo geprezen 'lik op stuk' beleid, zouden ze dat hier eigenlijk ook moeten doen! En dat dan met behulp en onder leiding van gekwalificeerde professionals elke stad of dorp tijdens de jaarwisseling z'n eigen vuurwerkshow organiseerd. Uiteraard op kosten van de belastingbetaler, maar die zal gemiddeld met de huidige gang van zaken heel wat duurder uit zijn. Het is wel een paardenmiddel misschien, maar het voorkomt denk ik een hoop ellende. Want elk jaar weer zijn er onverantwoordelijken, die al of niet onder invloed met vuurwerk omgaan zoals het niet moet, met alle gevolgen van dien. Doden zijn er zelfs gevallen tijdens de laatste jaarwisseling in onze regio.



Het lijkt mij wel wat, om de volgende jaarwisseling bij leven en welzijn eens een keer in Sydney door te brengen!