zaterdag, september 29, 2007

Goes



Vrijdagmiddag hebben we de film "Venus" gezien in 't Beest, een klein bioscoopje aan de Beestenmarkt in Goes. Het kleinste zaaltje bleek voor de film nog te groot, er zaten maar 14 mensen in de zaal, allemaal grijsaards! Typisch sfeertje, en dan was er nog een pauze ook, zat iedereen een beetje in gedachten verzonken voor zich uit te staren met een glaasje wijn in de hand.

De film "Venus" gaat over de oude dag van een paar vrienden in Londen. Eén van de vrienden de acteur Maurice (Peter O 'Toole) speelt zo af en toe uit geldgebrek nog wel eens een bijrolletje in een soap, maar verder bestaat zijn leven uit ouwehoeren met zijn oude vriend en collega in de kroeg. Maar dit kabbelende bestaan veranderd voor Maurice drastisch als zijn oude tobberige en saaie vriend een twintigjarig nichtje (Jodie Whittaker) in huis haalt als huishoudelijke hulp, waar hij achteraf ontzettend veel spijt van heeft. De vriend begrijpt helemaal niets van jonge mensen.
Maar bij Maurice roept de jonge vrouw een onverwachte begeerte op, en hij palmt haar ondanks zijn prostaatklachten in. Hij is zijn hele leven al zo geweest. In een ver verleden had hij zijn vrouw en drie kinderen al in de steek gelaten, omdat het gras elders groener was. "To be or not to be. That's the question" roept hij ergens in de film, maar de grote vraag in zijn leven was toch vooral "To fuck or not fuck". Nu vele vrouwen later is hij oud, alleen en loopt hij door zijn prostaatklachten met een katheter rond en realiseert hij zich zijn sterfelijkheid.

Maar seksuele begeerte trekt zich weinig aan van leeftijd. "Venus" voelt ook een beetje aan als een bedenksel rond een taboe las ik ergens, en daar ben ik het wel mee eens. De kritiek op "Venus" is ook dat het een taboe aan de orde stelt zonder het te doorbreken, het taboe blijft intact. Maar hoe zou dat ook kunnen met een Maurice die in de film manhaftig blijft vasthouden aan zijn oppervlakkigheid en zijn genotzucht. Tegen de klippen op wil Maurice zijn leven afsluiten zoals hij heeft geleefd, zonder spijt of valse wijsheid achteraf. Hij ondergaat de onwaardigheid van de ouderdom met een ironische glimlach. Ik vond het een bijzondere film die nog wel even blijft hangen.

Na afloop van de film hebben we ons hotel opgezocht, om even een rustpunt in te lassen voor die dag. Dat rustpunt dacht ik ook even te vinden op het nachtkastje naast m'n bed, maar dat was niet berekend op mijn gewicht, het was gelijk gesloopt.
Rond een uur of half zeven zijn we de oude binnenstad maar eens ingewandeld. Via een mooie wandeling langs monumentale panden en de stadshaven, kwamen we op de Grote Markt terecht. Daar was het op het terras voor Grand Café Jersey, met zicht op het oude stadhuis en de fraaie Grote of Maria Magdalenakerk uit 1423 een poosje goed uit te houden, maar voor het eten zijn we toch maar naar binnen gegaan.

Rond een uur of negen zijn we naar Brasserie d'Anvers in de Magdalenastraat gewandeld. In verband met het zilveren feestje van J en M hadden we vip tickets gekregen voor het muziekfeest Funky Friday daar. Van Funk, een subgenre binnen de Rhythm and Blues, kwam ik vroeger door het eindeloos meeslepende ritme vrij snel in een aangenaam soort trance. Dat ik ook nu in trance geraakte kan ik niet zeggen, maar ik herkende wel weer dat gevoel, dat aangename gevoel van te worden meegesleurd in de cadans van het ritme, dat je één wordt met de muziek en daar deel van uit maakt. De muziek van Leslie Nielsen & DJ Marcellus deed me ook sterk denken aan de jazzfunk van de Crusaders met zangeres Randy Crawford die ik in 1979 heb gehoord in Carré. Het bekende nummer Streetlife van deze groep staat nog in mijn geheugen gegrift. Er waren ook mensen die de muziek veel te hard vonden, ze konden zo geen woord met elkaar wisselen. Dat is jammer voor ze, maar je kan nou eenmaal niet alles hebben.

Om de oren even tot rust te laten komen, zijn we met een klein groepje tegen een uur of één nog naar de Grote Markt gewandeld. Op het verwarmde terras voor Grand Café Jersey hebben we nog een uurtje zitten drinken en ouwehoeren. En zo is iedereen toch ook op deze avond nog aan z'n trekken gekomen. Rond een uur of drie waren we terug op onze hotelkamer met het gesloopte nachtkastje.

woensdag, september 26, 2007

Yogyakarta



Centraal op Java, het dichtstbevolkte eiland van de archipel (ca. 120 miljoen inwoners) en daarmee het politiek, economisch en cultureel centrum van Indonesië ligt de stad Yokyakarta, studentenstad en bakermat van de eeuwenoude Javaanse cultuur. Het zou voorlopig even onze laatste bestemming zijn van de reis in die contreien. De vlucht met een toestel van Garuda Indonesia van Lombok naar Yokyakarta verliep enigszins onrustig, luchtzakken met bijbehorend gestuiter en als toetje een vrij harde landing. Het zij zo, toen we eenmaal weer vaste grond onder de voeten hadden, was alles snel vergeten.

Ik vond Yogyakarta een prettige stad, ondanks de enigszins dorpse uitstraling die het had zodra je je iets buiten de grote verkeersaders begaf. We hebben in Yogyakarta het z.g. waterpaleis bezocht, onderdeel van het veel grotere Kraton, het sultanspaleis. Het ommuurde Kraton is eigenlijk een stad binnen de stad, de mensen die er wonen (ca. 30000) werken allemaal voor het paleis. Yogyakarta is ook een batik en zilverstad. Het schijnt dat de batikkunst zich nergens ter wereld hoger heeft ontwikkeld dan daar, en het is toonaangevend in de hedendaagse kunst uit Indonesië. En dan het Yogya Silver, ook zo bekend. Op ca. 5 km ten zuidoosten van Yogyakarta ligt Kota Gede, het zilverstadje bij uitstek, het barst er van de zilverwinkeltjes en ateliers, veelal familiebedrijfjes. Zowel op het gebied van de batikkunst als op de zilverkunst kijk je je ogen uit. Het is allemaal van een totaal andere orde dan je gewend bent. We konden het dan ook niet laten om van het één en ander wat te kopen.

Op ca. een uurtje rijden ten noordwesten van Yogyakarta ligt de Borobudur (gebouwd rond ca. 700 na Christus) de tempel waarop meer dan 500 boeddhabeelden staan, en bijna alle stenen zijn voorzien van indrukwekkende reliëfs. Het was een hele klim naar boven toe, je begint op het niveau dat de Wereld van Verlangen symboliseert om vervolgens verder te gaan via de Sfeer van Vorm naar het hoogste niveau de Sfeer van Vormloosheid, volgens Boeddha heb je dan ook de ultieme bevrijding bereikt.

Verder hebben we ook het Prambanan complex (gebouwd rond 850 na Christus) bezocht ca. 17 km ten oosten van Yogyakarta in de vlakte van Prambanan. Het is het grootste hindutempelcomplex in Indonesië. Van de oorspronkelijke 244 tempels zijn er tot op heden slechts 3 gerestaureerd, de overigen liggen grotendeels nog in puin. Het zijn tempels voor de hindoe drievoud t.w. Brahma, Shiva en Vishnu. Er zijn allerlei versieringen op de tempel aangebracht zoals beelden van menselijke en bovenmenselijke wezens, dieren, vogels, bladeren en fruit uit de verhalen van het Ramayana-epos dat is gebaseerd op de verhalen tussen het goede en het kwade uit het oude Hindu-epos.

Java, en dan in het bijzonder de omgeving van Yogyakarta is zeer rijk aan cultureel erfgoed, tempels, paleizen, musea en allerlei kunstvormen. We hebben daar veel gezien van alles, teveel om verder op te noemen. Het is een prachtig oord waar we eigenlijk veel tekort zijn geweest, maar wie weet! Hoog in de lucht opweg naar Singapore was de rokende Merapi het laatste wat we voorlopig van Java zagen.

maandag, september 24, 2007

Blocksyl



Eenmaal per jaar gaan de mannetjes C, J, A en ik een weekendje zeilen, maar bij weinig wind motorren we, want van drijven houden we niet. Zaterdagochtend, de Dekohaven in Lelystad, weinig of geen wind, en de berichten waren van dien aard dat dat voorlopig zo zou blijven ook. Dus namen we gelijk maar het besluit een rondje NW Overijssel te doen, een voor Swing en bemanning praktisch gegarandeerde motorroute. Vanuit Lelystad via Ketelmeer, Ramspol, Zwartemeer en Vollenhove naar Blokzijl, daar eten en overnachten. Dan de andere dag in Blokzijl door de sluis via het Vollenhovermeer, Giethoornsemeer, Beulakkerwijde en Zwartsluis terug naar het Ketelmeer en Lelystad. Een mooi rondje door een prachtig natuurgebied.

Blocksyl ofwel het huidige Blokzijl, is een stadje in de kop van Overijssel dat vroeger aan de Zuiderzee lag. Blokzijl dat in 1672 stadsrechten kreeg, heeft een rijk verleden. Er werd door het havenstadje veel handel gedreven met grote steden in het westen van Nederland. De bouwstijl van een aantal oude woningen rond de havenkom van Blokzijl doet je daaraan nog herinneren, het heeft veel weg van de stijl die je bijvoorbeeld ook langs de Amsterdamse grachten aantreft. Volgens mij zijn er niet veel plaatsen in Nederland die zo'n mooie besloten havenkom hebben als Blokzijl. Bij zware storm kan de kom ook nu nog volledig worden afgesloten, aan de zuidzijde middels zware houten deuren, en aan de noordzijde middels een sluis.

"Kaatje bij de Sluis" hebben we maar niet gedaan, maar bij café restaurant Van Ens aan de havenkom kun je voor minder geld ook lekker eten. Mevrouw Van Ens zwaait daar in de gedegen en traditionele keuken zelf nog de scepter. Na het eten hebben we het niet al te laat meer gemaakt, nog even hebben we in de kuip zitten ouwehoeren, maar de fut was er snel uit, ik geloof dat we rond half twaalf al op één oor lagen. De zondagochtend was prachtig, alles ademde rust en verstilling in de havenkom, een sfeer waar ik bijzonder van hou, althans in de meeste gevallen. Het heeft ook met de herfst te maken, die volgens mij al vroeg is ingetreden dit jaar, de bomen rond de havenkom hadden al heel veel blad verloren. Maar toen de mannetjes allemaal uit de veren waren, was het gedaan met de rust. We moesten weer verder, eerst nog even de sluis doen, en toen ging het rustig motorrend richting Giethoornsemeer en verder. Zoals reeds gezegd, een bijzonder mooie natuur. Zilverreigers, Nijlganzen, Kiekendieven noem maar op. Op een bepaald moment zagen we boven ons hoofd vier baltsende buizerds cirkelen, hoog boven elkaar vliegend lieten de vogels zich om de beurt als een steen in de richting van de onder hen vliegende vogel vallen. Het is allesbehalve als aanval bedoeld heb ik begrepen, maar het lijkt er veel op. Pas op het laatste moment remmen ze af en ontwijken ze elkaar nipt, een prachtig gezicht.

Eenmaal weer op het Ketelmeer was het zaak om de brug van vier uur te halen, anders kan je wachten tot half zeven, en daar hadden we geen zin in. Maar we hebben de brug gehaald, dus geen probleem. Op het IJsselmeer stond een lekker briesje uit zuid westelijke richting, goed voor toch nog een paar uurtjes zeilen dit weekend. Al laverend ging het richting Dekohaven waar we rond half zeven afmeerden. Nog een bordje macaroni en een drankje, en toen zat ook dit mannetjes(zeil)weekend er weer op, tijd om afscheid te nemen. Drie mannetjes werden door zus G opgehaald, en ik reed rond een uur of acht in mijn eigen auto naar huis.

vrijdag, september 21, 2007

absolute leeftijd



Onlangs is het lichaam van Harry Mulisch 80 jaar geworden. Mulisch kreeg door dit feit alle aandacht van de media die hij verdiende. Maar Mulisch is volgens zijn eigen zeggen niet ouder dan 17 jaar. Volgens Mulisch behoud de mens zijn leven lang één bepaalde leeftijd, volgens welke hij of zij zich naar geestesgesteldheid z'n leven lang blijft gedragen. Hij noemt dat de absolute leeftijd of ook wel de leeftijd van de ziel!

Het zet je wel aan het denken. Er zijn veel mensen die deze mening met Mulisch delen, waaronder de bekende journalist H.J.A. Hofland. Hofland zegt dat het ongeacht de toenemende levenservaring, de leeftijd is van waarneming en werklust. "Derjenige ist glûcklich der etwas vom Kinde gerettet hat", zei Goethe. Dat is de kern van de absolute leeftijd, volgens Hofland.

Iets wat mij altijd is bijgebleven, is de keer dat ik bij mijn oma van ruim 90 jaar aan bed stond, en ze tegen mij zei dat ze eigenlijk nog net zo dacht en voelde als toen ze 18 jaar was. Alleen dat lichaam he, dat wil niet meer, dat begint mij in de steek te laten.

Zelf ben ik door het opnieuw opgerakelde begrip van Mulisch, ineens ook aardig geïnteresseerd in mijn eigen absolute leeftijd. Het is een interessante bezigheid. Het verschaft je volgens mij enig inzicht in de diepere beweegredenen van je eigen doen en laten. Ik ben er trouwens voor mijzelf nog niet over uit, maar ik denk dat het wel ergens rond mijn 20e jaar zal liggen. Het is moeilijk te bepalen, het is aan hevige schommelingen onderhevig, hoe moet je dat eigenlijk doen. Welke criteria moet je handteren. Geestelijk benader ik de dingen in mijn belevingswereld volgens mij nog altijd als toen ik 20 was. Het maakt niet uit of ik nou iets aan het maken ben, of iets aan het bedenken. Mijn geest is dus in 45 jaar niet ouder geworden zou je kunnen zeggen. Maar toch denk ik ook dat de geest wel degelijk wordt beïnvloed door levenservaringen die je opdoet, en dat de geest daar gelijdelijk aan toch ouder door wordt. Bovendien zal net als met de schommelingen in mijn huidige persoonlijklijke belevingswereld, ook de absolute leeftijd wel aan schommelingen onderhevig blijven.

Het lijkt mij leuk om twee keer per jaar mijn verjaardag te vieren, één keer voor mijn lichamelijke leeftijd en één keer voor mijn geestelijke leeftijd. Want als er wat te vieren valt in dit leven ben ik nog net als toen ik 20 was graag van de partij!

Ik las ergens dat Harry Mulisch z'n hele leven nog nooit iets gedaan heeft waar hij geen zin in had. Dat is mooi, het zou best eens kunnen zijn dat dit één van de criteria is, waardoor een absolute leeftijd zich wat beter laat bepalen.

maandag, september 17, 2007

tinnen figuurtjes



Gistermiddag waren we in het nationaal tinnen figuren museum. Een uniek museumpje in Nederland dat sinds 1985 is gehuisvest in het voormalige stadhuis aan de Markt in Ommen.

In het museum zijn z.g. Hilpertfiguren te zien uit ca. 1750, series met apen, met winterpret en ruiters, Hilpert scheen één van de eerste commerciële tingieters te zijn van figuren. Het was allemaal eigenlijk voor kinderen bedoeld, die konden zo met de figuurtjes allerlei taferelen naspelen. Bijvoorbeeld oorlogstaferelen waren in die tijd aan de orde van de dag. Zo werden er aan het eind van de 19e eeuw in diverse tinnen figuren werkplaatsen vele tientallen miljoenen tinnen soldaatjes per jaar gemaakt. De mensen spraken daarom niet meer van tinnen figuren maar van tinnen soldaatjes!

Liefhebbers begonnen pas goed na de eerste wereldoorlog met het maken van figuren die veelal geschiedenis tot onderwerp hadden. Deze cultuurhistorische tinnen figuren werden ook veel mooier gemaakt dan de vroegere tinnen figuren. De commerciële tingieters moesten winst maken dus was tijd belangrijk, maar voor de liefhebber lag dat anders en was tijd totaal niet belangrijk. Met liefde en aandacht werden vele z.g. diorama's met cultuurhistorische taferelen gemaakt. In het museum in Ommen staan bijvoorbeeld allerlei prachtige diorama's opgesteld die scènes weergeven uit de oudheid van ene dr. W.G.L. Wieringa, een wiskunde leraar uit Haarlem. Een aantal van die diorama's heeft hij samen met zijn leerlingen gemaakt, om ze zo ook iets van geschiedenis en cultuur bij te brengen.

Het grootste diorama in het museum beslaat een oppervlak van 24 m2. Dit diorama met ca. 10.000 tinnen figuurtjes stelt "de Slag bij Waterloo 1815" voor en is een geschenk aan het museum van ene wijlen prof. dr. Diederich uit Berlijn. Waar die man nou in doorgeleerd had heb ik niet kunnen achterhalen, mogelijk was hij historicus, maar dat hij het museum een imposante verzameling tinfiguren heeft nagelaten is een feit. De strijd die destijds een definitief einde maakte aan de macht van Keizer Napoleon Bonaparte, is opgesteld tegen een fotowand die een gedeelte weergeeft van het schilderij van "de Slag bij Waterloo 1815" van Jan Willem Pieneman (1779-1853). Het in 1824 door Pieneman geschilderde werk in olieverf op doek, is het grootste schilderij (576 x 836 cm) dat in het Rijksmuseum hangt.

In de bovenste zaal van het museum, de z.g. carillonzaal, staat ook weer een mooi diorama van Wieringa opgesteld, voorstellende de complete stoet van de "Gouden Koets" Een indrukwekkende creatie die door een druk op een knop ook nog eens in beweging komt, de hele carrousel van Prinsjesdag trekt dan aan je voorbij, van Paleis Noordeinde tot aan de Ridderzaal.

vrijdag, september 14, 2007

Lombok



Ik hoorde net op de radio dat er op Sumatra in Indonesië al weer een aardbeving is geweest, de derde al deze week in dit gebied en evenzoveel tsunami waarschuwingen.
Indonesië behoord m.b.t. deze natuurverschijnselen tot één van de meest dynamische gebieden op aarde. Het is onderdeel van een groot aardbevingsgebied rond de Grote Oceaan de zogenoemde Ring van Vuur.

De Indonesische archipel, bestaande uit ca. 17000 eilanden waarvan ca. 5500 bewoond, strekt zich van west tot oost uit over een afstand van 5100 km, ofwel ruim een achtste deel van de omtrek van de aarde. In dit gebied drukken verschillende tektonische aardschollen tegen elkaar, waardoor er veel aardbevingen voorkomen en er veel vulkanische activiteit is. Er zijn in totaal meer dan 400 vulkanen in dit gebied waarvan er zo'n 129 actief zijn, de "Gunung Rinjani" een stratovulkaan op Lombok is er één van, de laatste uitbarsting was op 1 oktober 2004. De 3726 meter hoge vulkaan, één van de hoogste vulkanen in heel Indonesië, is op het 4725 km2 tellende eiland uiteraard een dominante verschijning, op een satellietfoto is dit ook goed te zien.

Vanaf zee was het ook goed te zien. De Lombok Strait, de zeestraat van ca. 50 km breed tussen Bali en Lombok zijn we met een snelle catamaran overgestoken. Een prachtige tocht met op een bepaald moment fraai uitzicht op het eiland Lombok en de vulkaan. Met het Yayakarta Hotel in Senggigi als basis hebben we een groot deel van het eiland verkend. Het hotel ligt vlak aan het strand, je stond bijwijze van spreken al praktisch op het strand als je je bed uitstapte. s'Morgens stond ik vrij vroeg op om naar de plaatselijke vissers te kijken in hun kleurrijke bootjes. Die mensen woonden zo te zien blijmoedig met hun vrouwen en kinderen in een armzalig krottenwijkje op het strand, vlak achter ons luxe hotel met zwembad e.d. Daar stond ik wel even bij stil, het voelt niet gemakkelijk. Maar goed, als je dan op het strand stond s'morgens rond een uur of zeven, zag je de vissers aankomen. De horizon was helemaal gevuld met kleurrijke zeiltjes. Eenmaal aangekomen bij het strand werden de bootjes door de achterblijvers, de vrouwen en de kinderen verder het strand opgetrokken en van hun lading vis ontdaan. Soms lag er niet meer vis onder in het bootje dan een paar pannetjes vol. Daar hadden ze dan de hele nacht voor op zee doorgebracht. Hoezo overbevissing? Dat doen de Japanners wel in die regio met hun gigantische netten en varende visfabrieken!

In het zuiden van Lombok hebben we Banymulek en Rambitan bezocht. Het zijn Sasak dorpen (Sasaks zijn de oorspronkelijke bewoners van Lombok) met hun typische huizen van riet. Er worden door de mensen daar veel potten gebakken en kleurige doeken geweven, waar ze zo te zien niet rijk van worden. Alles om je heen straalt een weldadige rust uit, om jaloers van te worden, en is heel schilderachtig in onze ogen, maar de armoe zie je er toch ook wel doorheen. Maar gezien de blijmoedgheid die de mensen daar uitstralen en waarmee ze je tegemoet treden, ben ik er overigens niet zo zeker van of die mening door de mensen daar wordt gedeeld.

Vanuit ons hotel zijn we over een fraaie kustweg naar de Gili-eilanden gereden. Drie kleine eilandjes ten noordwesten van Lombok t.w. Gili Air, Gili Memo en Gili Trawangan. Rond deze eilandjes liggen prachtige koraalriffen in glashelder water. Met een klein bootje zijn we naar Gili Air gevaren, waar we hebben gesnorkeld. Alsof je in een tropisch aquarium zwemt, prachtig. Toen ik tijdens het snorkelen op een bepaald moment het koraal en de vissen om mij heen in een peilloze azuur blauwe diepte zag verdwijnen, voelde ik me ineens zo vrij als een vogel hoog in de lucht. Ik dook ook naar beneden achter de vissen aan, maar met snorkelen moet je wel met je rietje boven water blijven anders verslik je je lelijk, dat was ik even vergeten. Maar ik heb desalniettemin geweldig genoten daar. Vanaf het eilandje Gili Air heb je trouwens ook weer mooi zicht op de "Gunung Rinjani", de vulkaan aan de overkant van het helderste stukje zeewater wat ik ooit gezien heb.

Lombok is hoofdzakelijk Moslim en in een aantal opzichten minder kleurrijk dan het Hindu-eiland Bali, maar ik heb er minstens zulke goeie herinneringen aan.

maandag, september 10, 2007

wind en golven



Er stond afgelopen zaterdag een lekker windje, 4 à 5 Bf uit WNW richting. Waar gaan we heen? Dat is altijd weer de eerste vraag die ik aan boord te horen krijg van de jongens. Waar wind en golven ons willen hebben zeg ik dan altijd, maar hebben jullie nog voorkeur voor een bepaalde bestemming. Verwarrend antwoord vinden de boys! Enerzijds zeg ik dat wind en golven richting en bestemming bepalen, anderszijds suggereer ik dat we dat zelf kunnen uitmaken. Wat is het nou?
Het kan natuurlijk allebei, het is maar wat je wil. Van vorige keren weet ik dat we met dit soort gezellige ouwehoer tochtjes het liefst op ons gemak zitten waarbij er onderweg lekker kan worden gegeten en gedronken, zeilen is eigenlijk maar bijzaak. De eerste optie geeft hiervoor de meeste garantie, laat wind en golven het werk dan maar doen.
Maar als we deze keer toch liever sportief willen zeilen dan moeten we voor optie twee kiezen, lekker laveren tegen wind en golven in, op één oor liggen en je schrap houden, water over je heen krijgen, koud, moe, stil en misschien zelfs wel een beetje misselijk worden. En bij dit alles ook nog eens niet, of met veel moeite, bij je oppeppende spiritualiën kunnen komen.

Zo als meestal werd er ook nu natuurlijk weer gekozen voor de eerste optie!

Eerst voeren we met een constante snelheid van ruim zes knopen bij halvewind over stuurboord richting Lemmer, maar nabij de Rotterdamsehoek ging het roer om, en ging het verder bij halvewind over bakboord richting Enkhuizen. Een bestemming die ons bij nader inzien voor de avond vast meer te bieden zou geven dan Lemmer, dachten we. Rond half zes lagen we in de Compagnieshaven tegen de kade afgemeerd. s'Avonds in restaurant "Die Drie Haringhe" gezellig zitten eten en drinken. Omstreeks half twaalf was het vuur er zo'n beetje uit, en kroop iedereen moe maar voldaan ter kooi. Als ik eenmaal lig slaap ik doorgaans vrij snel, maar nu was ik jammer genoeg toch net even te laat buiten westen. Ik lag amper horizontaal of het grote snurken diende zich aan, aanvankelijk nog even wat aarzelend hier en daar, maar in no time in decibellen aanzwellend tot een ware kakofonie. Volgende keer neem ik oordopjes mee. Maar gezien het commentaar wat ik te horen kreeg van de anderen tijdens het ontbijt de andere morgen, heb ik zelf toch kennelijk ook niet al te lang passief liggen luisteren naar de kakofonie.

Rond half elf zondagochtend vertrokken we richting Markermeer. Na de Krabbersgatsluis gingen de zeilen omhoog, en vrij snel daarna bruisten we met ruim zes knopen bij halve wind over bakboord richting Hoorn. In het Hoornsche Hop moesten de zeilen even heel strak worden aangetrokken, knijpend hoog aan de wind was Hoorn net te bezeilen. Na een uitsmijtertje aan boord te hebben genoten, hebben we even de beentjes gestrekt in de Hoornse binnenstad. Omstreeks drie uur zaten we weer op het water. De wind was iets afgezwakt op de Markermeer maar toch haalden we nog met gemak vijf knoopjes bij een voordewindse koers met uitgeboomde genua over bakboord. Op naar de Houtribsluis en de Dekohaven in Lelystad, onze thuishaven. Rond halfzeven lag de "Swing" op zijn vaste ligplaats afgemeerd. We konden terug zien op een fraai zeilweekend met een constante wind, weliswaar niet veel zon gezien maar gelukkig ook niet veel regen, en de sfeer was uitstekend.

dinsdag, september 04, 2007

ondertrouw



Wat kan er veel veranderen in een korte tijd, nog geen week geleden wisten we van niets en nu is er al ondergetrouwd en hebben we de tickets al op zak. Want we gaan er natuurlijk wel iets van maken met z'n allen. Het initiatief voor een gezamelijk reisje richting zuidelijk halfrond lag weliswaar niet bij mij, maar dat mag natuurlijk de pret niet drukken. We gaan er eens even flink tegen aan. Groots en meeslepend hoorde ik het afgelopen weekend zeggen, en zo is dat.

Begin jaren 30 van de vorige eeuw was het de dichter Marsman die zich met deze kreet wilde verzetten tegen wanhoop en vergetelheid, hij had de grenzen van het vitalisme ontdekt en was teleurgesteld over zichzelf. Hartstochtelijk roept hij uit met overslaande stem "Groots en meeslepend wil ik leven! hoort ge dat, vader, moeder, wereld, knekelhuis!" Waarna hij zonder zich te beraden over de raad van de meer belegene in zijn tijd, met een nieuw aangemeten elan de wijde wereld in stapt. Maar al vrij snel valt hij weer terug in zijn oude doen, moedeloos, teleurgesteld en geslagen. Hoe kwam dat, wat had hij dan verwacht te beleven door zijn nieuw gekozen elan? Hoe zag hij trouwens zijn groots en meeslepend leven voorzich? Ik weet het niet, wel heb ik gelezen dat hij veel last had van de inertie en apathie van zijn tijdgenoten, dat dat in iedergeval een factor was die ongetwijfeld debet was aan zijn miserabele gemoedsstemming.

Wat is eigenlijk groots en meeslepend leven? Eerlijk gezegd weet ik dat niet altijd even goed, terwijl dat zo langzamerhand toch zou moeten. Ik ben wel zover dat ik weet dat het in alle gevallen met durf te maken heeft, durfen kiezen voor het realiseren van haalbare verlangens en niet alleen maar toekijken hoe het leven aan je voorbij trekt. Dat je je niets aan moet trekken van de inertie, of nog erger de apathie van je omgeving, maar ga er voor. Wees een ondernemer van je eigen leven, realistisch, humoristisch en relativerend maar nooit cynisch. Het gaat daarbij volgens mij ook vooral om de dingen van alledag, niet speciaal groot of klein, maar de gewone dingen. De bewustwording dat we die waardevol vinden en daar voor kiezen, dat lijkt mij belangrijk. Als dit je uitgangspunten kunnen zijn bij alles wat je doet, leef je volgens mij aardig groots en meeslepend!
In het kader van genoemde uitgangspunten zijn dan de niet alledaagse gebeurtenissen zo bezien accenten die een meerwaarde kunnen geven, het zout in de pap.

zondag, september 02, 2007

Harderbos



De eerste zaterdag in september is traditioneel familiefietsdag. Dan gaan we met z'n allen in het zadel. We beginnen de dag altijd met koffie en gebak en eindigen die met een goede maaltijd in een aardig restaurant. Daar tussen door fietsen we een stukje, we kletsen wat bij en we drinken onderweg af en toe iets lekkers op een terrasje. Dat is zo ongeveer het programma.

Gisteren hebben we gefietst in het Harderbos. Het Harderbos behoort tot één van de meest gevarieerde en volwassen natuurgebieden in Flevoland. Bos, moeras, grasland en plassen, alles is aanwezig. In 1968 aangelegd als een productiebos, populieren, populieren en nog eens populieren. Maar sinds 1997 is Natuurmonumenten bezig er een soort van oerbos van te maken. Door de vruchtbare kleigrond gaat dit in een wonderbaarlijk snel tempo. Er is nu na ca. 10 jaar al weinig meer over van het saaie productiebos. Sinds de tijd dat ze het dode hout laten liggen, wordt de flora en uiteraard de fauna er met het het seizoen gevarieerder en mooier.

Op een keer toen ik daar fietste werd ik verrast door 3 spelende jonge vosjes aan een bosrand, iets wat ik zelf tot dan toe in de vrije natuur zo nog niet eerder had gezien. Prachtig! Volgens het boekje schijnen er meer dan 60 verschillende zang- en roofvogelsoorten te broeden, waaronder ook de prachtige ijsvogel. Behalve de aanwezigheid van diverse zoogdieren als reeen, vossen, bunzings, hazen en noem maar op, grazen er ook Schotse hooglanders die daardoor zo ook een steentje bijdragen in de voortgaande ontwikkeling van het nieuwe oerbos.

Maar oerbos of niet, er lopen wel riante betonnen fietspaden doorheen. Toen we er ons rondje hadden gefietst, hadden we er ca. 20 km opzitten, eigenlijk tekort voor een stel doorgewinterde fietsers als wij zijn. Om toch maar aan onze tax te komen, hebben we er daarom nog maar een rondje polder-knardijk aan vastgeknoopt, waarna we ter voorbereiding op de maaltijd, allemaal met een gerust hart konden neerzijgen op een terrasje in de zon voor een goed glas.