woensdag, april 25, 2007

ratatouille



Een concert bijwonen, een museumbezoek en een wandeling door een oude binnenstad. Zie hier de ingrediënten voor een recept van een ratjetoe aan kunstzinnige en culturele ervaringen, te beleven binnen één etmaal.

Maandagavond theater "Orpheus" in Apeldoorn. Schubert, voor de pauze symfonie in b kl. 'Unvollendete' genaamd, na de pauze symfonie in c gr. 'Große' genaamd. Prachtige muziek, aan de 'Große' heb ik bijzonder mooie herinneringen uit de tijd dat ik eens een paar weken in het ziekenhuis heb gelegen. December 1969, aan bed gekluisterd lag ik met mijn koptelefoon op dagelijks naar het klassieke muziekprogramma van het ziekenhuis te luisteren. En elke dag zat steevast de 'Große' van Schubert in het programma, ik was 26 jaar toen, maar ik heb het stuk toen goed leren kennen en waarderen, het werd steeds mooier. In de situatie waarin ik toen verkeerde, had het stuk op mij de uitwerking van een zalige drug. Je was een poosje totaal weg van de misére van het ziekenhuis en alles wat daarmee te maken had. Het is lang geleden, al bijna 38 jaar, maar iedere keer als ik deze symfonie hoor komt het gevoel van toen terug, een gevoel van evenwicht en vrede met alles en jezelf.

Zo ook deze keer weer, samen met Joke en mijn zus heb ik intens genoten van de muziek. Het Symfonieorkest van het conservatorium van Amsterdam bestaat uit allemaal jonge mensen, onder leiding van de oude rot in het vak Frans Bruggen (wat zag die man er overigens oud en breekbaar uit) werd het ontroerend mooi gebracht.

Dinsdagochtend, samen met Joke naar Enschede, voor een project had ik een bespreking in Enschede die niet al te lang zou duren. Dus we hadden bedacht om na die tijd het Rijksmuseum Twenthe maar eens met een bezoek te vereren. Behalve de 20 ste-eeuwse schilderkunst uit eigen collectie, waaronder een boeiend schilderij van Rob Scholte uit 1991 (de kunstschilder die in 1994 in A'dam bij een bomaanslag in zijn auto beide benen verloor), is er dit jaar een tentoonstelling over kunst uit de 18e eeuw. Prominente kunstenaars uit die tijd zijn o.a. Barbiers, Hendriks, van Os, van Strij, Troost, van Troostwijk, Verkolje en de Wit. De tentoonstelling is ingedeeld in de thema's 'Gallery der Konstenaaren', 'Eigen huis en tuin', 'Normen en waarden', 'Stad en land', 'Burgers en buitenlui' en 'Kunstkamers'.
Er worden vragen opgeroepen in de trend van: Laat een zelfportret wel de waarheid zien? Wat doet de kunstenaar om de illusie van ruimte en vorm te creëren? Welke invloed had de maatschappij op de kunst en hoe zag een 'museum' er 250 jaar geleden uit? Doel van dit alles is om je bewust te maken hoe je eigenlijk net als een kunstenaar een eigen sfeer kan scheppen in een ruimte.

Er is verder een uitgebreide tentoonstelling van werk van Peter Struycken te zien, en van de in Nederland woonachtige Zwitserse kunstenaar Curdin Tones. Erg boeiend allemaal!

Op de terugweg een bezoek gebracht aan de gastvrije hanzestad Deventer. Geïnspireerd door mijn eigen stukje over het Dolhuys (zie gek) heb ik in de Nieuwstraat de locatie van de vroegere banketbakkerij van mijn oom gevonden, waar ik in de begin jaren vijftig wel eens logeerde. De winkel bestaat nog, en ook de schuin tegenover de winkel liggende psychiatrische inrichting van destijds. Na een wandeling door de prachtige oude binnenstad, raakten we in de Grote of Lebuïnuskerk verzeild. De bouwgeschiedenis van deze kerk is nota bene al in het jaar 1027 begonnen! Opkomst, bloei en glorie van de eerste stad van het gewest Overijssel zijn onmiskenbaar terug te vinden in dit prachtige bouwwerk nabij de IJsseloever. In de loop der eeuwen is de kerk ook een onuitputtelijke bron van inspiratie voor kunstenaars geweest.

Op het terras van "De Dikke van Dale" hebben we onder het genot van een heerlijk drankje een poosje in de zon gezeten. Aan het eind van de middag zijn we over de IJsseldijk via Olst, Wijhe en Zwolle terug gereden naar Harderwijk.

zondag, april 22, 2007

reûnie




Zaterdagmiddag de 5e familiereûnie in 't Hoge te Nunspeet.

Ik ben eigenlijk niet zo'n liefhebber van dit soort bijeenkomsten. Al die vage ontmoetingen met die oude ooms, tantes, neven en nichten die je in geen jaren gezien of gesproken hebt. Dat is niet voor niks denk ik dan, kennelijk is er wederzijds nog weinig interesse in elkaar. Waarom dan wel een reunie? Wat is daar de zin van, wat heb je elkaar nog te vertellen, behalve wat oude koeien uit de sloot te halen. Je doet wat spelletjes met elkaar en je eet en drinkt wat, en dat is het dan toch?

Drie keer heb ik de boot afgehouden, maar de laatste keer zo'n 3 jaar geleden heb ik me toch laten overhalen om een keer van de partij te zijn. Wonderlijk genoeg is mij dat toen helemaal niet slecht bevallen. Leuke locatie, lekker weer en gezellige mensen.

Reden voor mij om afgelopen zaterdag voor de 2e keer van de partij te zijn. Er werd zo hier en daar inderdaad wel eens een oude koe uit de sloot gehaald, maar daar deed ik zelf lustig aan mee, dat was dus allesbehalve een probleem. Zinloze ontmoetingen zijn toch leuker dan ik dacht. Wat is zinloos trouwens? Er is bij nader inzien niets tegen zomaar wat gezelligheid, hoe oubollig dat ook mag klinken. En de confrontatie met mensen die deel uit maken van mijn roots zal ik maar zeggen, vond ik toch ook weer verrassend.

Mijn gevoel over de familiereunie blijft enigszins ambivalent, daar kan ik denk ik niet veel aan doen. Desalniettemin weet ik nu al dat ik er bij leven en welzijn ook een volgende keer bij zal zijn.

donderdag, april 19, 2007

gek



Donderdagmiddag, nationaal museum van de psychiatrie "Het Dolhuys" in Haarlem.

Als kind logeerde ik wel eens bij een oom die banketbakker was in Deventer. In de buurt van zijn bakkerij en de winkel stond het St. Elisabeths-Gasthuis, het gekkenhuis volgens mijn oom. Geboeid door dit gegeven, probeerde ik altijd als ik er logeerde een glimp van een gek op te vangen achter één van de getraliede vensters. Soms zag je wat bewegen, maar of dat nou een gek was? Hoe zag een gek er eigenlijk uit? Mijn neefje en ik kwamen er maar niet achter, dus doken we na verloop van tijd de bakkerij maar in om ons daar stiekem een poosje volledig te wijden aan het slagroom likken.

Als 19 jarige, veel later dus, heb ik een tijdje als vrijwilliger tijdens de weekenden in een psychiatrische inrichting gewerkt. Toen heb ik de gekken wel goed kunnen bekijken. Ik kwam er toen achter dat het eigenlijk gewone mensen waren, mensen als ikzelf, en dat ze ook gek waren op snoepen en slagroom likken.

In "Het Dolhuys" kom je op een interactieve manier te weten, hoe Nederland door de eeuwen heen met 'waanzin' is omgegaan. Met een stethoscoop kan je bijvoorbeeld luisteren naar verhalen van psychiaters, patiënten en verplegers. Maar ook worden actuele maatschappelijke kwesties belicht vanuit de psychiatrie.
"Het Dolhuys" is i.p.v. een dingenmuseum eigenlijk een mensenmuseum. Je ontmoet daar gewone mensen en hun verhalen. Het zijn confronterende en aangrijpende verhalen, maar ook geestig en relativerend. Alle thema's zijn vanuit een persoonlijk perspectief uitgewerkt, vanuit dollen, gekken of cliënten zoals ze tegenwoordig worden genoemd.

In "Het Dolhuys" kan je zelfs de weg kwijtraken, je dwaald dan maar wat rond, maar ook dat hoord bij de ontdekkingstocht door de wereld van de waanzin. De primaire opzet van dit alles is, dat "Het Dolhuys" tracht een zinvolle bijdrage te leveren aan de maatschappelijke integratie van psychiatrische patiënten.

vrijdag, april 13, 2007

Youp



Donderdagochtend, eerst voor m'n werk naar Schiedam en daarna naar IJmuiden. Lang zou het niet duren, dus gingen we met z'n tweeën om er daarna een aardig dagje van te maken. Rond één uur zaten we dan ook in IJmuiden op het strand, heerlijk in het zonnetje te lunchen op het terras van paviljoen "Noordzee"
In de verte voer een zeiljacht van tussen de pieren in zuidelijke richting de zee op, vanaf een afstand lijkt dat heel langzaam te gaan, maar uit ervaring weet ik dat ze dat met deze wind op het zeiljacht niet zo ervaren. Ruime wind kracht 3, bij vlagen hooguit 4 schat ik in, ze zullen zich daar ongetwijfeld wel heel senang bij voelen. Ik werd ter plekke eigenlijk stinkend jaloers op die gasten daar in dat bootje. Maar goed alles kent zijn tijd, bovendien zaten wij toch ook lekker in het zonnetje, dus niets te klagen.
Gezien de verdere plannen voor die dag ('s avonds naar Youp in Zwolle, een verrassing van Simone en Wilco) zagen we na de lunch maar af van de aanvankelijk geplande strand- en duinwandeling, en hebben we snel de auto maar weer opgezocht om nog voor de file uit op tijd weer in Harderwijk te zijn.

Voorstelling de "Schreeuwstorm" van Youp van 't Hek in het vorig jaar geopende nieuwe theater van Odeon "De Spiegel" aan het Spinhuisplein in Zwolle. De zaal was totaal uitverkocht, zo'n duizend man/vrouw schat ik in, allemaal voor Youp. Prima sfeer ook! Je kan alles van Youp als cabaretier zeggen, maar niet dat het geen groot ambachtsman is in zijn vakgebied. En ook in de "Schreeuwstorm" bewijst hij dat maar weer eens. Je moet natuurlijk wel van zijn humor houden, maar dat zijn er gezien de volle zalen in het land vele.
Alhoewel in de voorstelling een beetje van de hak op de tak springend, bestaat "Schreeuwstorm" m.i. eigenlijk uit een paar verhaallijntjes enwel de thema's dood, dromen en zelfspot. Youp komt op met een huifkarretje dat hij het toneel optrekt, heel romantisch. Hij is alles in één, directeur, clown en alle dieren, en hij trekt de kar al zo,n dertig jaar. Dan zegt hij dat we ons allemaal zo langzamerhand te pletter cabaretten. Zelfs de dood en het hele circus daarom heen is cabaret geworden. En met allerlei verhaaltjes over dit item houd hij ons nog een tijdje bezig.
En dan de dromen, die als ze eenmaal uitgekomen zijn, altijd een beetje tegen vallen. Het verhaal over Toon Hermans vroeger in Carré, dat wilde hij ook, maar toen hij daar eenmaal stond was het snel gewoon. Ook een oude klasgenoot die hij tegen het lijf liep, komt regelmatig opdraven, om zo zijn afkeer van de wansmaak van de welgestelden te illustreren. Uiteraard komt zijn geliefde stokpaardje over de suffe en uitgebluste leeftijdgenoten weer om de hoek kijken.
Over zelfspot, hij is de nationale nar, de bekende nederlander die ze overal voor op willen laten draven, en die ook zonodig nog een eigen glossy tijdschrift uit moet geven.

De licht romantische boodschap die ik zie in zijn voorstelling is, dat we altijd bij de kern moeten blijven van ons bestaan, en onze dromen moeten blijven koesteren. Verder moeten we ook nog wakker blijven en ons zelf niet voorbij hollen.

Aan het eind van de show heeft hij de zaal nog tuk ook met een heel verrassende en bijzondere afsluiting.

maandag, april 09, 2007

Schiedam



Schiedam is een stad waar ik tot voor kort maar nauwelijks kwam. We hadden met ons bootje wel eens een nachtje in de Spuihaven aan de Nieuwe Maas gelegen, maar dat was het dan ook. Echter door een opdracht in Schiedam, raak ik de laatste tijd nog wel eens in het oude stadscentrum verzeild, een mooie gelegenheid dus voor een nadere kennismaking.

Schiedam, onder de rook van Rotterdam, schijnt de grootste historische binnenstad van het Rijnmondgebied te zijn. Wat mij het eerste opviel waren de karakteristieke, opvallend hoge windmolens in de stad, er staan er nu nog vijf maar er schijnen er in het verleden twintig te hebben gestaan. Deze z.g. brandersmolens werden ingezet om graan te malen voor de bloeiende jeneverindustrie, destijds voor Schiedam economisch gezien de kurk waar het op dreef.
Aan de Lange Haven hebben we het Jenevermuseum bezocht. We kregen daar een goed beeld van hoe de nationale neut gemaakt werd. De arbeid en kennis die van de (graan)korrel tot borrel leid. Van de glasblazers, koperslagers, kuipers en zakkendragers die allemaal hun steentje bijdroegen in het productieproces. Schiedam is dankzij haar jenever wereldwijd een begrip geworden.

Het Stedelijk Museum aan de Hoogstraat is gevestigd in het Sint Jacobs Gasthuis, één van de mooiste rijksmonumenten van de stad. Verdeeld over twaalf zalen presenteert het museum Nederlandse beeldende kunst vanaf 1945 er is o.a. een omvangrijke CoBrA-collectie te zien. Momenteel is er een tentoonstelling van schilder, dichter en fotograaf Lucebert (Lubertus Jacobus Swaanswijk 1924-1994) te zien. Veel van zijn werk wat we hier te zien kregen, hadden we een paar jaar geleden in De Zonnehof in Amersfoort ook gezien, maar het blijft boeien, je ontdekt steeds meer in zijn werk.

Er was ook een tentoonstelling "Droomoord" geheten, een visionaire tentoonstelling over de maatschappij-in-het-klein. Het bestaat uit werk van Pavel Bráila (1971) die de buitenwereld intrekt als documentairemaker, maar fragmenten uit de realiteit in zijn films zo weet te intensiveren dat ze een verhevigde zeggingskracht krijgen: die van een metafoor.
De kunstenaars Quirine Racké (1965) & Helena Muskens (1963) onderzoeken met hun video-installaties, films en performances de aard van gesloten, soms utopische gemeenschappen. Te zien is Celebration (2005) dat gaat over de gelijknamige gemeenschap in Florida, bedacht en gebouwd door het in tekenfilms, feel-good movies en pretparken gespecialiseerde bedrijf van Walt Disney.
Beeldhouwer en tentenbouwer Dré Wapenaar (1961) werkt op het kruispunt van architectuur, design en kunst. Een regisseur van ontmoetingen, zijn tenten zijn sociale sculpturen. Ze kunnen werkelijk worden gebruikt, wat ook gebeurt op pleinen campings en in parken.

De tentoonstelling CoBrA, Cool & Contemporary geeft Nederlandse kunst vanaf 1945 uit eigen collectie te zien. Behalve werk van de bekende Cobra kunstenaars als o.a. Appel, is er ook veel werk van minder bekende kunstenaars (althans voor mij) te zien. Ik noem een paar namen Karin Arink (1967) Albert Verkade (1945) Koen Vermeule (1965) Marian Breedveld (1959) en Erik van Lieshout (1968)

Toen we het gezien hadden allemaal, hebben we nog een tijdje in het zonnetje gezeten op het terras van restaurant 't Stadhuys aan de Grote Markt.

maandag, april 02, 2007

voorjaar



Voorjaar in de tuin, en dat is te merken. Het bruist van het leven, alles is in beweging, het vliegt, piept, ritselt, fladdert en kwaakt. Twee lijsterparen zijn druk aan het nestelen in de heg en hele families mussen doen hetzelfde onder de dakpannen, en elders in de buurt nestelt vast een vlaamse gaaienpaartje. Ondertussen lopen de katten van diverse buren kwijlend rond te loeren naar al dat lekkers, jammer genoeg zie ik ze ook nog wel eens wat vangen. Ook valt me ineens het (te)grote aantal jonge visjes op in de vijver, tijd voor het uitzetten van een zonnebaars denk ik. Prachtig wat er in ons bescheiden biotoopje allemaal te beleven valt, teveel om op te noemen eigenlijk. De grootste aandachttrekkers op dit moment zijn wat mij betreft, de parende bruine kikkers in de vijver, het nestelende kauwenpaartje op zolder en het houtduivenstelletje in de grote conifeer.

De bruine kikkers (Rana temporaria)

De bruine kikkers in de vijver houden zich al ongeveer een week lang bezig met de voortplanting. Het is een ware sexorgie! Ik raakte al snel de tel kwijt, toen ik probeerde een idee te krijgen hoeveel kikkers hierwel niet aan mee doen. Ik geloof niet dat ik overdrijf, als ik een schatting doe van om en nabij de honderd. Door de mannetjes stevig omklemd, glibberen de vrouwtjes als slechte schaatsers door de enorme hoeveelheid geleiachtige eiklompen die al reeds zijn afgezet. Bij tijd en wijle is het een gekwaak als een oordeel. Gezien de ervaring in andere jaren met onze vijver, schat ik in dat ze zo nog een halve week bezig blijven, en dan is het over. Na ongeveer 1 à 2 weken komen de eitjes uit, en dan breken er gouden tijden aan voor de goud- en zilverwindes in de vijver. Dan is het prijshappen! Volgens mij groeit er hooguit 10% van alle eitjes uit tot een volwassen kikker.

Het kauwenpaartje (Corvus monedula)

Vaak hoorde ik de afgelopen weken een mysterieus getik in huis. Ik kon het niet thuisbrengen, tot ik op een zeker moment buiten het kauwenpaartje op het eind van de dakgoot zag zitten. Ze hadden in de hoek onder de pannen een gat in het dakbeschot ontdekt, waardoor ze een nest hebben kunnen maken op zolder. Het één en ander ging soms gepaard met veel gerommel en getik met de snavel op goot en zoldervloer. Ik laat het nest mooi zitten, ondanks de enorme rotzooi. Van alles slepen ze de zolder op, takken, papier, plastic, spijkers en nog veel meer. Maar ik vind het zulke leuke brutale vogels, dat ik het niet over mijn hart kan verkrijgen om het nest nu al weg te halen, dat doe ik na het broedzeisoen wel. Ik ben benieuwd hoeveel jonge kauwtjes er straks op zolder zullen rondhuppelen of op de dakgoot zullen zitten. Als jongen heb ik vroeger best vaak een tamme kauw gehad, een kwestie van tijdig uit het nest halen en goed voeren, maar dat gaat nu niet meer gebeuren.

Het houtduivenstel (Columba palumbus)

Boven in de grote conifeer nestelen ze, de vrij rumoerige manier van doen blijft niet onopgemerkt, de hele wereld weet zo'n beetje dat ze daar zitten. De houtduif vind ik vergeleken met het kauwtje een nogal domme en naïeve vogel, irritant gewoon. Dat stomme gefladder in die boom, zo laat je je vijanden toch wel al te duidelijk weten waar ze je kunnen vinden en pakken. Als je die kop ook ziet, die vind ik in verhouding tot de rest van de vogel veel te klein, zouden daar nog wel hersens in kunnen zitten? Maar ik zie het vast fout, want in mijn omgeving zie ik toch heel wat soortgenoten van het nestelende paar rondvliegen. Kennelijk weten ze zich goed te handhaven en zich danig te weren tegen opportunistische buurtbewoners als kauwen en vlaamse gaaien, en vooral tegen het eksterpaar in een boom verderop. En dat is maar goed ook, ze horen er natuurlijk ook bij.